Op maandag lopen we te voet naar de kabelbaan (lekker dichtbij het hotelletje waar we logeren) om ons te vervoeren naar “the biggest Indigenous culture theme park in Taiwan.” Het is een soort Amusementspark met b.v. een Space Mountain, een Pirate Ship, een Ufo en een Jurassic Cruise, gecombineerd met het Formosan Aboriginal Culture Village. Wij gingen voor het laatste.
Het hele park ligt tegen een helling aan en het is zo geregeld dat je bovenaan begint en van lieverlede, al wandelend afdaalt. Wil je terug, dan pak me gewoon weer de kabelbaan. Over die kabelbaan alleen al ben ik super-enthousiast: prachtig gekleurde gondeltjes, waar we steeds met zijn tweetjes in mogen stappen; geen hobbels of geslinger onderweg en hartstikke stil. De raampjes staan open, waardoor je de vogeltjes onder je kunt horen fluiten. Zo’n mooie ervaring!
En dan de Aboriginal villages: zo mooi aangelegd! Van elke stam die daar leeft/leefde, is te zien in wat voor soort hutten ze samen leefden en wat hen bezighield. Weven, zaaien en oogsten, vissen en jagen. Er is een drietal theaterplaatsen waar een aantal keer per dag een optreden plaats vindt: zang, dans en muziek. We zien ze alle drie en zijn onder de indruk van de vrolijkheid die ervan af straalt.
’s Avonds gaan we eten op de 9e etage van het Einhan Hotel. Op goed geluk (Peter ziet vanuit de verte dat die etage helemaal verlicht is met mooie lampen en vermoedt daar een restaurant) komen we daar terecht en het is zo’n heerlijk eten dat we besluiten daar morgen weer naar toe te gaan.
Na een nachtje wakker liggen, radio luisteren, lezen, lijdzaam wachten (dan weer te warm zonder airco, dan weer te koud met airco) val ik tegen vier uur in slaap en om 8uur word ik al weer wakker. We gaan vandaag lekker fietsen rond het meer, maar we gaan niet het hele meer rond (hebben we in overleg besloten) en we huren elektrische fietsen. Dat laatste was niet per sé nodig geweest, zo leert de ervaring later, want je kunt noch met normale fietsen, noch met elektrische het hele meer rond. Dan moet je mountainbiken en een flink geoefend fietser zijn.
Aan het plateautje bij het uitzichtspunt is een ketting met clip bevestig, speciaal om je gsm aan vast te leggen (ik vermoed omdat er zoveel gefotografeerd wordt hier: niet normaal!)
(En toen kon de foto van het verkeersbord wel gemaakt worden…)
We genieten wel enorm van het mooie stukje fietsen langs het meer. Als we niet meer verder kunnen (omdat er een houten, steile helling voor ons oprijst en de bordjes aangeven dat we hier niet verder mogen), parkeert Peter zijn fiets en besluit even boven polshoogte te gaan nemen. Ik blijf beneden op hem wachten. Daar staat nog een geparkeerde fiets en er komen nog 2 mensen aan die daar ook een break nemen. Als Peter weer terugkomt blijkt dat hij alleen maar meer dezelfde steile hellingen aantrof boven en bij de 3e is hij maar teruggelopen. We staan nog wat de kletsen en te kijken naar een stukje tropisch woud en springen daarna weer op de fietsjes om van lieverlee terug te gaan.
Onderweg wil Peter nog even stoppen om een foto van een verkeersbord te maken en komt er tot zijn grote schrik achter dat hij zijn rugzak (met foto- en filmcamera) niet meer heeft. We racen terug en ik vraag me ondertussen af of ik hem heb laten staan, ergens, toen hij ging lopen. Ik zou er toch op letten? Ik had hem toch in mijn mandje gelegd? Peter racet harder dan ik en als ik bij de bewuste plek aankom, komt hij al weer terug mét de rugzak. Hij bekent heel eerlijk dat hij de rugzak uit mijn mandje had gevist en in zijn mandje had gedaan. Alléén was dat niet zijn fiets, maar de fiets die daar al die tijd geparkeerd stond en hij lag er nog gewoon in! Opgelucht “fietsen” we terug. Ik schrijf “fietsen” omdat deze elektrische fietsen meer op een brommertje lijken dan op een fiets, maar dan lekker geluidloos.
Het heeft ons geen zweetdruppeltje gekost en dat wil wat zeggen, hier!
Een reactie op Twee dagen Sun Moon Lake