Keelpijn.
Van de kruitdampen? Van de airco? Uiteindelijk toch van Peter die al vanaf half november niest en snottert?
Wij kopen onderweg naar de Sanctuary of Truth een keelspray en wat strepsils en stappen na een paar 100 meter, bij de blauwe Fontein van Terminal 21 op een Bath-taxi (open personenvrachtwagentje volgens hop-on/hop-off systeem) naar het Noorden.
We hebben geen idee waar we uit moeten stappen, maar een Thaise dame begrijpt onze vraag en zegt dat we nog wel 2 km. verder moeten. Als zij na een tijdje uitstapt, is de chauffeur op het eindpunt en ook wij moeten eruit. Maar, de Thaise dame regelt voor ons met de chauffeur dat die een omweg maakt en ons bij de ingang van de museum-tempel afzet. De chauffeur regelt ook nog goedkopere toegangskaartjes voor ons! Wat een fijn land is dit toch om door te reizen…
En dan de Sancuary of Truth: een houten tempel die aan de zee ligt en bij de bouw ervan is geen enkele spijker gebruikt. Allemaal handwerk en enkel houtverbindingen en houtsnijwerk. Adembenemend mooi!
Het bezoeken ervan schijnt wel levensgevaarlijk te zijn, want we moeten een soort bouwhelm op die geregeld op de grond valt als we naar de schitterende plafonds moeten kijken van de zeer dwingende gids die er met een sneltreinvaart doorheen sjeest en met een superklein laserlichtje highlights belicht die je dan net weer mist.
We haken al snel af, want wat hij vertelt staat ook op bordjes vermeld, zonder flauwe grappen.
Het is moeilijk om te verwoorden wat we zien, maar de beelden vergeten we niet gauw meer (hoop ik🥴😉).
Om terug bij Terminal 21 te komen, charteren we een privetaxi want de rij bij de officiële taxi-standplaats is erg lang en de eerste 10 minuten dat we daar staan is er nog geen taxi voorbij gekomen.
De middag brengen we door aan het zembad: ik vooral slapend na een paar paracetamolletjes.
‘s Avonds eten we heerlijk Thais bij Nara (in 2019 een Michelin-vermelding) en nadat we nog even naar Dolf Jansen gekeken hebben, gaan we lekker slapen.
Morgen gaan we door naar Koh Chang.