We hebben gisteren al afscheid genomen van Merve, onze host. “Gooi de sleutel maar in de brievenbus. En, als jullie spijt krijgen – Arrecife lijkt een beetje op Tel Aviv – dan komen jullie maar snel terug naar hier!”
We vragen wat ze er precies mee bedoelt en ze vindt het er een puinhoop.
Nou, dat kan alleen nog maar meevallen.
We kunnen dus na het ontbijt rustig de koffertjes pakken en wegrijden.
Onderweg leggen we aan bij Puerta del Carmen. We zien een ander soort toerist dan we gewend zijn: veel meer jonge mensen, mensen die duiklessen nemen etc.
Het stadje heeft weinig te bieden, voor zover we kunnen zien. We drinken een kop koffie en rijden dan door naar Arrecife.
Omdat we tijd over hebben voor we in het appartement kunnen, rijden we naar het Castillo San Jose: een museum met eigentijdse kunst. We besluiten er uiteindelijk alleen te lunchen, omdat het restaurant heel erg de moeite waard is qua ligging, entourage en eten en het allemaal niet erg snel gaat. We passen ons aan en genieten van het uitzicht (zelfs op de WC kijk je uit over het water: heel apart).
We zijn iets te vroeg bij het appartement, maar het is klaar en de host geeft ons een uitgebreide rondleiding met toelichting. “Kijk, hier liggen de lucifers voor de sfeerkaarsjes, vanavond op het balkon,” en ” Hier hangt de föhn,” (ik zie er kennelijk nogal verwaaid uit) en “De handdoeken voor het douchen liggen op bed, ha, ha…”
Hij doet erg zijn best en het appartement is groot en het ziet er goed uit.
Het blijkt ook heel dicht bij de zee te liggen, want na een minuut of 10 wandelen we al
op de boulevard.
We ontdekken een Italiaans restaurantje dichtbij, waar we vanavond gaan eten.
We begrijpen wel wat Merve bedoelt met Tel Aviv: af en toe kom je braakliggende stukken terrein tegen waar je het totaal niet zou verwachten met stukken puin etc., maar zij gaat natuurlijk uit van haar eigen omgeving en dat is nogal een verschil.
Wij vinden het allemaal wel meevallen.
Morgen gaan we een tochtje naar het Noorden maken.