Onder de rook van Tirana

Wat een heerlijke plek hebben we hier.
Wakker worden en dan zo’n uitzicht hebben. Zo genieten!

Peter probeert een wandeling om het meer te maken. Dat lukt niet. Niet vanwege zijn conditie, maar omdat hij geen goed pad kan vinden. “Ook niet erg, ik heb toch lekker een moeilijke wandeling gedaan.” Ik vind het fijn voor hem en begrijp tegelijkertijd niet dat je daarvan kunt genieten.

Ik heb intussen weer eens uitgebreid de kranten gelezen (internet doet het hier prima) met een lekkere Rombouts koffie en net als ik de afwas wil gaan doen, is Peter al weer terug en neemt dat van me over. Ik word in de watjes gelegd en ik laat het lekker toe. Wel haal ik intussen de was van de waslijn en vouw hem netjes op. Ook in de camper is het fijn als het een beetje ordelijk is, vind ik. Klinkt heel burgerlijk en dat is het misschien ook wel, maar als je het een beetje opgeruimd houdt en steeds op dezelfde plek terug legt, scheelt dat een hoop gezoek. (Ik spreek uit ervaring: ”Waar is mijn portemonne? Het muggenspul? De zonnebrand? De kaarten? Mijn e-reader? Mijn rugzakje? Mijn telefoon?”)

En dan begint de zon achter wolken te kruipen en gaat het wat waaien…oh, dat is wel even lekker zeg…
en vallen de eerste druppels… begint het te onweren en flink te regenen….; we eten een boterham in de camper.

Na een uurtje is de bui al weer verdwenen en komt de zon er weer door. Het is er wel van opgefrist.
De rest van de dag brengen we lezend en schilderend door.

Aan het eind van de middag fietsen we nog even een klein stukje naar beneden om wat te eten. Laat ik het zo formuleren: Het uitzicht is mooi!

Op de terugweg worden we verwelkomd door een jonge, dartele ezel. Zo mooi weer…

Geen spannende dag
en dan krijg je zo’n verslag.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.