Eger

Op vrijdag verkassen we naar Eger.
”Oh, gevaarlijk hoor, …” zegt onze host bij de camping waar we vertrekken. Even schrikken we, maar dan lacht ze …”met al die wijnkelders daar!”

‘t Duurt best lang voor we Szentendre uit zijn: veel stoplichten, veel verkeer en veel putten en gaten in de weg. Ook de rest van de rit verloopt niet echt vlotjes. Er zijn veel wegwerkzaamheden en nogal wat opstoppingen, maar we zijn toch weer om 13.00 uur op onze nieuwe plek op de kleine stadscamping in Eger. Het voelt meteen goed.

Op weg naar het dal beneden de camping – de vallei van de mooie vrouwen genoemd – lunchen we onder een dak van druivenranken. Peter neemt een vissoep en ik eend met sinasappelsaus en een aardappel-uien gerecht. Heerlijk.
Daarna fietsen we nog een stukje door de kleine vallei die vol staat met etablissementen waar wijn geproefd/gedronken wordt (duidelijk een toeristische attractie, maar niet overvol en dus een gezellige ambiance).

Tevreden fietsen we terug en genieten van de rest van de dag.

‘s Nachts valt er een bui, waardoor het de volgende ochtend lekker opgefrist is. We ontbijten dus in in de zon. Vandaag verkennen we de stad waar veel te zien is.
We bezoeken de basiliek, de universiteit die er tegenover staat, inclusief de prachtige bibliotheek en helemaal bovenin een observatorium met een camera obscura (een periscoop die je via spiegels op een ronde tafel in staat stelt de hele stad van bovenaf te zien.) We moeten er vooral heel veel trappen voor op, maar we gniffelen “Het is zijn geld wel waard…” Gepensioneerden hebben gratis toegang en worden bij het horen van hun leeftijd zelfs gefeliciteerd! Het zal toch niet gratis zijn omdat ze vermoeden dat al die trappen niet te doen zijn voor die oudjes?


We zijn zo geconcentreerd bij het beklimmen van de trappen dat we de slinger van Foucault die daar in de trappenhal hangt, pas zien bij de afdaling! Heel mooi!

We drinken een kop koffie met een stuk taart in de tuin van het aartsbischoppelijk paleis, fietsen nog langs de minaret en belanden dan in het marsepeinmuseum tegenover. Ongelofelijk wat deze marsepein-kunstenaar heeft wist te maken van zijn suikergoed. Het varieert van de zonnebloemen van Van Gogh tot een compleet ingerichte kamer die ook van vloer tot en met plafond geheel uit marsepein bestaat. Niet voor niets dat deze man zoveel awards heeft gekregen tijdens zijn leven. Hij is trouwens pas twee jaar geleden gestorven.

En als kers op de taart bezoeken we het Beatle-museum ter plekke en hoewel ik mezelf nou niet echt als Beatle-fan zou betitelen, vind ik het een leuk museum. We starten het bezoek in een diepe wijnkelder onder het bovenliggende hotel CORONA (whats in an name?) met een film van een kwartier (er worden dekentjes bij uitgereikt omdat het daar downunder hartstikke frisjes is) en daarna lopen we over de twee bovenliggende etages. Hoe is het mogelijk dat iemand zoveel spullen over de Beatles heeft weten te vergaren, want dat is het: een privécollectie van een wel heel fanatieke verzamelaar.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Een reactie op Eger

Reacties zijn gesloten.