De laatste 2 dagen in Chiang Mai

Op 2 januari gaan we naar de hoogst gelegen tempel in Chiang Mai: Doi Suthep.
We gaan er met lokaal vervoer naar toe, met een klein half-open vrachtbusje. Daar kunnen normaal een man of 8 in, maar de chauffeurs vinden dat er best 10 man in kunnen. De eerste die we te pakken hebben (je steekt gewoon je hand op als er zo’n rode wagen voorbijkomt) zal ons bij de Universiteit afzetten en vandaar uit kunnen we gemakkelijk verder, zo vertelde onze receptionist(e?).
Als we uitstappen, lukt het in eerste instantie niet om weer een hov (half-open-vrachtbusje) te pakken te krijgen en zitten we bij een soortgelijke auto te wachten op medepassagiers (onder de 10 rijdt hij niet weg). Dat duurt ons te lang en we lopen 50 m. door. Er komen tig hov’s voorbij en als we besluiten onze hand op te steken, is het gepiept: we hebben vervoer en nog hartstikke goedkoop ook. Er zijn namelijk chauffeurs die wel met 8 man vertrekken (of minder) en die laten ze meer betalen en rekenen op bijvangst; het worden steeds meer echte ondernemers, die Thai!

Doi Suthep is een toeristische trekpleister. Het tempelcomplex ligt boven op een berg en je kunt er met trappen en met een lift naar toe. Wij zouden met de lift gaan,  had ik begrepen, maar dat blijkt niet zo te zijn want Peter haakt af bij de lift met de mededeling dat we elkaar boven hopelijk kunnen vinden (“Wacht jij boven aan de trap?”). De rijen voor de lift zijn behoorlijk lang, maar ja, ik heb nu eenmaal een kaartje. Uiteindelijk valt de wachttijd wel mee, maar als ik boven  kom, staat Peter al lang op me te wachten. Het uitzicht over de stad is heiïg , maar mooi. We staan eigenlijk vlak boven het vliegveld. Het is een prachtig  tempelcomplex; er worden veel rituelen uitgevoerd, b.v. een rondje lopen om de pagode onder een doek door die je al lopend doorgeeft aan de achterbuurman/-vrouw. We hebben een mooi gesprek met een Japanner die in 1000 dagen van Japan naar hier gelopen was en terwijl hij dat deed, is zijn tweede kind geboren. Het hele gezin was aanwezig om het hier te vieren…

Er is ook veel kitsch (overal waar veel toeristen komen) en dat is jammer. De  bloemen die je ziet, zijn nep; de offertjes die te koop aangeboden worden, is troep.

Als we weg willen, stuiten we ineens op een probleem. Op de plaats waar we onze slippers hebben achtergelaten, is het leeg.
Ja, vind ze dan maar eens terug…. er staan honderden paren slippers en schoenen aan de ingangen van het complex, soms op speciaal daarvoor geplaatste rekken maar vaak ook gewoon daar waar de mensen die dingen uit moeten doen.
Hebben we misschien de verkeerde ingang? Zijn er nog meer van die invalidehellingen waarlangs we naar boven gekomen zijn? Weten we zeker dat we ze daar wel weggezet hebben? Nee, nee, ja, we weten het zeker! Maar ze blijven weg.

Peter gaat op zoek. We spreken een plaats af waar ik op hem wacht en daar gaat hij….Intussen sta, hang, zit ik te bedenken dat die slippers toch eigenlijk niet kwijt kunnen raken. Iedereen komt hier met schoeisel aan, iedereen zet het hier overal zo maar onbewaakt weg, dit is een godsdienstige plek; daar ga je toch geen schoenen van een ander meenemen!; of een grapje uithalen en de slippers verstoppen? Ja, dat kan natuurlijk wel…. Nou ja, ik heb nog een paar slippers bij me, maar dan moeten we wel blootsvoets naar huis, kan wel natuurlijk, maar dan nemen we toch wel een gewone taxi…. etc, etc,
Peter blijft heeeel lang weg; ik ga eens kijken of ik hem ergens onderaan de trap zie (we hebben dacht ik boven afgesproken, toch?) en ja, hoor daar staat ie, mét onze slippers.

En zo gaat het in Thailand. Het loopt vaak anders dan je denkt, maar het komt goed!

De laatste dag hebben we geen programma. Na het ontbijt stelt Peter voor om eens een bezoekje te brengen aan de Universiteit. Dat schijnt te kunnen. Er zijn daar tours met een open bus over de campus. En zo rijden we een uur later over het universiteitsterrein. Het is de oudste universiteit van Thailand (1946). Ik vind de gebouwen van de verschillende faculteiten verschillen van “niks bijzonders” tot “foeilelijk”, maar het terrein zelf ligt in een groen gebied en tegen de berg aan waar Doi Suthep ligt. Er is bovendien een groot meer dat gebruikt wordt voor de watervoorziening en daar maken we even een stop voor een verplichte fotoshoot. We maken er het beste van!

Na de tour drinken we een lekkere cappuccino op het terrein. Dat doen we wel vaker, een cappuccino drinken, maar ik schrijf erover als het een hele lekkere is!
Omdat we daarna zin hebben om wat in een bosrijk gebied te wandelen, proberen we via een soort sluiproute op of naast het Universiteitsterrein te geraken en dat lukt best wel aardig. Niet op het terrein zelf, maar wel in een parkachtig deel ernaast. En, even later staan we voor de ingang van de Zoo. We kijken elkaar aan; een paar dagen geleden waren ook in de Zoo in Ubon. Maar daar hadden ze geen aquarium en hier wel….
En dat is maar goed ook, want het Aquarium is werkelijk schitterend, maar de rest is als dierentuin van zo’n grote stad echt een aanfluiting, met als dieptepunt de pinquins.
–  Er worden golfkarretjes te huur aangeboden, maar als je ze wil huren staan er wel 30 klaar, maar je krijgt er geen;
– Overal buiten en ín het park wordt reclame gemaakt voor de panda’s, maar het pandaverblijf is gesloten;
– De afstanden tussen de verschillende onderdelen zijn heel groot en superstijl, zodat je uiteindelijk begrijpt waarom het is toegestaan om de dierentuin ook met je eigen auto te bezoeken!;
– Als je het bord Oerang Oetangs volgt, kom je uit bij 1 zeer verdrietig kijkende Oerang Oetang;
– Op het plattegrondje staan weggetjes vermeld die er gewoon niet zijn!
– En de pinquins….ze staan op een betonnen plaat met een geschilderde ijsschots voor een vijvertje waar onze goudvissen nog dood in zouden gaan, vermoed ik.
Een trap naar beneden moet ons dan leiden naar uitzicht op de onderwaterwereld waar de pinquins zouden zwemmen. Twee verduisterde ramen en een trap omhoog.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Na een tijdje werden we er zo melig van dat we erom konden lachen.

Toen we weer terug in de stad waren, hebben we een lekkere massage genomen bij ex-gedetineerden. Ik weet niet wat ze in het verleden allemaal uitgevreten hebben, die dames, maar masseren kun je blijkbaar leren! TOP.

 

 

Ik maak er verder geen woorden aan vuil.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.