Bergerac en Oloron

Twee dagen reizen, twee dagen slechte Wifi, maar ook twee dagen culinair genot!

In Bergerac eten we bij Restaurant St. Jacques. Waarom daar? Puur toeval, want er zijn heel veel restaurantjes in de oude binnenstad. En ook weer niet, want St. Jacques zit in een heel oud prachtig pand en het ziet er een beetje chic uit en niet zo gericht op toeristen.

En, het blijkt een goede keus. Aspergesoepje, super lekker gekruide vis en een overheerlijk kersentoetje: een prachtige beloning na een lange rit.

In Oloron hebben we geluk: een kwartier (13.30 uur) voor sluitingstijd (13.45 uur) van Restaurant La petite Boucherie  komen we de zaak binnen: een restaurant, annex slagerij die wel tot 16.00 uur open is, op een soort bedrijventerreintje. Het bijzondere hier is dat je bij de slager het gewenste stukje vlees aanwijst met de naam van het tafeltje (er ligt een stukje plastic op je tafel met de naam: een banaan, een appel, een kers of – zoals wij – een stuk chocolade). 

GE-WEL-DIG: vriendelijke bediening, op houtskool geroosterd stukje vlees, beetje salade, frietjes, en het bestelde sausje (peper- en rocquefort in ons geval). Gratis water en (bijna gratis) rode wijn. Totaal € 30,— (ik denk dat we hier op de terugweg weer langs komen….🤭😉)

We fietsen ‘s avonds nog even door het oude stadje en kunnen daarna nog redelijk lang buiten zitten voor een spelletje Monopoly Deal. Als het daarvoor te donker wordt, gaan we naar binnen, kijken nog een stukje Spaanse film en gaan dan, heel tevreden, naar bed. 

Zondag 25 mei

Vandaag gaan we Spanje in: we rijden over een prachtige weg en door een 8-km lange tunnel. Onze Garmin doet zijn uiterste best om ons langs een andere route te sturen, maar we houden vol en hebben daar geen spijt van. 

Camping Itubera in Lumbier voelt goed. We staan op een zonnig plekje, het restaurantje is open en vanmiddag houden we ons gemak. Vanavond fietsen we nog ff naar het dorp en morgen gaan we een fietstocht door de kloof maken waar we gieren hopen te zien. 

Maandag, 26 mei

Nou, gieren zijn er en nog een heleboel ook. Ze cirkelen, soms in duo’s zoals bij synchoonzwemmen, tussen de hoge rotswanden boven de kloof: een indrukwekkend gezicht! We zijn vanaf de camping nog geen 3 km. verder de kloof ingefietst en moeten door 2 aardedonkere tunneltjes: er helpt geen fietslampje aan en omdat je niets ziet, ook de breedte niet, is het bloedlink voor de enkele wandelaar: we rijden er bijna een omver!

Na de kloof rijden we naar het dorpje Liédena voor een drankje en een hapje.Het is uitgestorven en de enige zeer vriendelijke dame aan wie ik vraag waar we moeten zijn, antwoordt: “No aqui!” (Niet hier!)

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.