De laatste dag in Zhiben: we gaan dus toch nog eens even op pad hier.
Op een kilometer of 5 van ons resort ligt tegen de bergen een National Forest, waar het goed toeven is, zo vertelde de piepjonge manager. We kunnen er met de bus naar toe: links, de brug over kunnen we opstappen. Appeltje, eitje hebben we gedacht.
En dat wordt het ook, uiteindelijk, maar wel zonder bus. De halte is nergens te zien en als Peter het vraagt aan een man die net een tempeltje daar wil gaan bezoeken, resulteert dat in het aanbod om in zijn auto te stappen: hij brengt ons wel even.
Het is een mooi stuk natuur waar we terecht gekomen zijn, waar een forest trail is uitgezet. We lopen hem helemaal en dat is best een prestatie, want het is al weer bloedje heet en in het eerste gedeelte moet er behoorlijk geklommen worden. Dat noemen ze hier bij de ingang “very easy”! Maar, het is ook heel mooi. Veel varens, paddestoelen, aparte bomen en lekker ruikende struiken: heerlijk!
Aan het einde van de trail is het recreatiegedeelte met gigantisch grote windgongen, spreekbuizen, touwbrug, vijver met hangmatten en aparte kunstwerken. Een ervan trekt de aandacht vanwege compositie en kleuren, waarbij elke kleur staat voor een aboriginalstam die hier leeft/leefde. Bij het begin stond ook al zo’n mooi beeld van Moeder Aarde. Het is een bijzonder park.
Als we wat bijgekomen zijn, slenteren we zeer voldaan naar de uitgang. Volgens de dienstregeling die we kopieerden in ons resort, hebben we de bus net gemist en moeten we een uur wachten. De stalletjes die langs de weg staan, zijn uitgestorven. De uitbaters zijn aan het lunchen of houden hun middagslaapje. Dan maar even langs de kant ergens gaan zitten. Er zijn bijna geen andere mensen te zien, maar een van de twee echtparen die we wel zien, knoopt een praatje met ons aan. De dame spreekt fantastisch Engels en blijkt dan ook al 20 jaar in Florida te wonen en nu op familiebezoek te zijn. Als ik ze naar hun auto zie lopen, trek ik de stoute schoenen aan en vraag hen of we misschien een eindje mee kunnen rijden als ze toch die kant op gaan. “Natuurlijk! Veel te warm om zo lang te wachten. We brengen je wel even.” Ze zetten ons zelfs voor de deur af!
De rest van de middag blazen we uit in de Spa! ’s Avonds bij het eten hebben we de derde mooie ervaring van vriendelijkheid, gastvrijheid (ik weet niet eens hoe ik het precies moet noemen). Het bestellen hier is behoorlijk lastig, want ze hebben maar een heel beperkt stukje kaart in het Engels en – omdat hier veel grote groepen komen eten – zijn de gerechten die we steeds voorbij zien komen op de serveerkarren en die we op de tafels zien staan porties voor 5 personen minimaal. Sinds gisteren ben ik gewoon op de tafels en karren aan het kijken en wijs dan aan dat wij dit (die grote garnalen) of dat ook willen hebben en dat lukt aardig. Vandaag lukt het niet, want de rijstpakketjes die we aanwijzen horen bij een bepaald menu en – zo denken wij – daar kunnen ze niet van afwijken, ook niet met hulp van de buurvrouw die zelfs haar eigen rijstpakketje aan ons wil afstaan. Dan komt er een kar voorbij waar vis op staat en die wijs ik dan snel aan. Dat is geregeld.
Als de buurvrouw klaar is met eten, staat ze op en gaat naar een tafeltje achter ons. Ze komt terug met 2 rijstpakketjes en een 3e pakketje wordt nog nagebracht door een verlegen lachend meisje. En, als klap op de vuurpeil, komt een dame van weer een ander tafeltje ons 2 lekkere toetjes brengen.
Waar een klein, moeizaam maar vriendelijk gesprekje met een buurvrouw in de Spa al niet toe kan leiden! Wat een lieve mensen hier.
En dan vragen vrienden aan Peter “…kun je iets over de temperatuur daar zeggen?” Dan antwoordt Peter: ” …een graadje of 26, voelt als 24…”
Nou laat ik je dit zeggen: wat de temperatuur ook precies is, het voelt als 40 graden. Het zweet loopt met straaltjes van mijn lijf!