Als we terugkomen op de camping en aan een biertje zitten (met fruit en gebak van de zaak), blijkt dat er vandaag een verbetering is gemaakt aan hun wifi-verbinding. Het netwerk is verbeterd en beveiligd en het werkt met het wachtwoord meteen hartstikke goed! Fijn en ook wel een beetje jammer: we hadden er een spel van gemaakt met de beheerder. Steeds als we problemen meldden, riep hij ” two minutes!” en ging alles resetten: duim omhoog; hij deed het weer even! Gisteren hoefden we alleen nog maar 2 vingers op te steken en dan liep hij weer lachend weg om te resetten: duim omhoog en lol samen. Dat moeten we nu (hopelijk of jammergenoeg?) gaan missen. Ze zijn apetrots dat het zo goed werkt! Een mede-kampeerster verzucht ” Wat is de wereld zonder wifi?” (Na een uurtje meldt Peter alweer dat zijn netwerk eruit ligt en het password niet meer werkt: hij durft er even niets van te zeggen. En als ik tijdens het schrijven even naar de piefjes kijk, heb ik ook niets meer. Benieuwd wanneer ik dit blog kan plaatsen 😏).
Wij komen dan net terug uit Positelj en Hutova blato. Het eerste is een klein Middeleeuws dorp tegen een rotswand dat opmerkelijk goed in stand is gebleven en waar nodig gerestaureerd. We klauteren alle trappen op en af en genieten van de mooie uitzichten. In de verte is het dreigend donker en af en toe vallen er wat druppels, maar met deze temperatuur – rond de 25 gr. – is dat het erg en vind ik het zelfs lekker! We horen later op de camping dat het iets zuidelijker echt noodweer is geweest met 14 gr.!, maar daar is bij ons geen sprake van geweest!
In het Hutova blato park willen we aanvankelijk een wandeling maken, maar we komen heel snel bij een steigertje uit waar we met een bootje door Biesbosch-achtige kreken worden rondgevaren. Het is er echt heel mooi; jammer dat het geen fluisterbootje is, want als wij er aankomen vliegen de grote reigerachtige vogels verschrikt weg.
Gisteren hebben we Mostar bezocht en nadat we de gerestaureerde brug overgelopen zijn, kiezen we een minder toeristisch stuk waar we het Gymnasium zien, de resten van een Joodse synagoge, veel kapotgeschoten muren en een moskee. Een gesprekje met de 23-jarige ober in de tuin waar we koffie drinken, geeft wat meer zicht op het verleden en heden en de manier waarop de jeugd hier leeft en werkt (als ze geluk hebben en/of tot de juiste groep behoren/het goede netwerk hebben: er is sprake van veel corruptie, hooligans en drugs).
Aan het eind van de dag douchen we in onze privé-douche, die nu wel heel erg privé is: er staat niemand bij de buren, terwijl het bij ons elke avond compleet vol is. Wij snappen er niks van, maar een gesprekje hierover met de buren (de beheerders van die lege camping) is onmogelijk: zij spreken geen woord van een andere taal, behalve “Sorry” en met die van ons durven we het ook niet: we willen de goede verhouding met hen niet verstoren!