Als we opstaan, zien we dat het heel betrokken is. Dat was ons niet beloofd door de weersvoorspellers. Mooie dag voor een wandeling.
Peter heeft al weer zitten snuffelen in het ANWB-gidsje en stelt voor om naar de Caldera Blanca te gaan, een uitloper van Parque Nacional de Timanfaya. Ik heb helemaal geen voorwerk gedaan, maar als ik Timanfaya hoor, ben ik om.
In het dorpje Mancha Blanca waar de tocht zou moeten beginnen, kunnen we in eerste instantie de weg niet vinden, dus drinken we eerst een espresso in het dorpscafé waar de gastheer ons meteen de weg kan wijzen. We blijken voor de ingang te hebben gestaan, waar het daar geparkeerde groene busje ons het zicht op de bewegwijzering benam. Nou ja, de koffie was lekker.
De tocht begint met een ellenlange weg door de brokstukvelden van de vulkaan; een weg bestrooid met niet echt kleine brokstukjes van hetzelfde gesteente: een gratis voetmassage, maar dan een die wel echt te lang duurt. Dan wordt het beter, we zien mensen linksaf slaan en omdat er nergens aanwijzingen zijn, volgen we ze. We komen bij een caldera: mooi, maar toch niet wat ik verwacht had. Dan horen we ze vertellen dat dit maar een klein voorproefje is, we moeten terug en verder op het pad waar we vandaan komen.
Het landschap verandert bij elk bochtje van het pad en na een flink eind om een berg heengelopen te hebben, komen we bij een paar open schaapskooien: veldjes omheind met tot schouderhoogte opgestapelde lavastenen. Geen schapen te zien. Wel blijkt dat de berg waar we net omheen liepen niet de beoogde Caldera Blanca is. Die ligt voor ons, gigantisch hoog. We zien op grote hoogte wat mensen die de berg bestijgen en kijken elkaar vragend aan. Een knik, ja, we gaan het doen.
Het eerste stuk klauteren we weer over het smalle paadje tussen groffe lavabrokken, maar dan buigt de weg naar rechts en begint de werkelijke beklimming pas. Ik vraag aan een stel knullen die net beneden komen of het een moeilijk begaanbaar pad is. Hun antwoord is niet echt héél geruststellend, maar omdat ze zeggen dat het niet veel moeilijker is dan het stuk dat we al gehad hebben, gaan we het pad omhoog. Het is inderdaad niet veel moeilijker dan daarvoor, maar het waait snoeihard en het is supersteil: naar beneden rechts kijken is alleen een optie als we ons zeker wagen op een net iets breder stukje, of een stukje dat iets verzonken in de rotsen ligt. Het lukt me wel, maaar ik begin me wel steeds meer af te vragen of ik straks – met uitzicht naar omlaag, en een grotere glijkans – nog wel terug durf. Niet aan denken nu: we zijn bijna boven….
Het uitzicht is adembenemend, letterlijk. Ik rust even uit op een grote kei (een zeldzaamheid hier boven). Als de bibber uit mijn benen is, wil ik terug. Peter zegt meteen dat het OK is en ik concludeer hieruit dat hij de terugweg ook spannend vind en er ook maar meteen weer aan wil beginnen.
Het gaat goed. We doen het echt voorzichtig, maar niet verkrampt. Er worden geen stops ingebouwd om eens lekker de steile diepte in te kijken. Als we het eindpunt van deze afdaling zien, waarschuw ik Peter nog even om nu niet overmoedig te worden. Mijn woorden zijn nog niet koud, of hij slibbert weg op een ongevaarlijk stukje waar je bij wijze van spreken met twee vingers in de neus doorheen zou kunnen. Op een paar flinke schrammen op zijn been na, loopt het goed af. We kunnen er om lachen. Als we beneden zijn gieten we er wat water overheen en wandelen verder. Bij de schaapstallen stoppen we even en ik zie nu dat die vooral gebruikt worden als sanitaire stop. Komt goed uit!
Na een kleine 3 uur, zijn we terug bij de auto en geven elkaar een high five: dat hebben we hem toch maar weer mooi geflikt!
Als we terug thuis zijn, schijnt daar volop het zonnetje en kunnen we nog een paar uurtjes op het terras zitten.
Een reactie op Wat een wandeling vandaag!