Kees brengt ons ‘s morgens om 6.50 u. naar het station. Ik heb Peter nog net een minuut of 5 langer boven kunnen houden, anders waren we 0m 6.45 u. al op het station geweest. Maar, Peter houdt van op tijd zijn (ik ook trouwens) en Kees ook!
We hebben dan de rekening van gisteren al besproken, maar hij houdt vast aan het afgesproken bedrag voor de benzine en accepteert geen cent meer “You are my friends!”
Bij het afscheid op het station krijgen we allebei een hug van hem en spreekt hij (duidelijk tegen beter weten in) de wens uit dat we elkaar nog eens zien. Aandoenlijk vind ik het!
Het is een zeer oud station en zelfs het rangeren gebeurt nog handmatig. Ik vermoed dat het daar niet aan ligt dat de trein meer dan 1 uur te laat vertrekt!
Er is geen airco in de train en de ventilatoren werken niet. Alle ramen dus weer wagenwijd open. Dat van ons wordt op mijn verzoek wat verder dicht gemaakt. We hebben veel plaats: we zitten met zijn tweeën op zo’n 6-persoons-unit. Aan de andere kant van het gangpad hebben we minder geluk. Er komen welliswaar maar 2 mensen zitten, maar het is waarschijnlijk een jonge vrouw met haar licht dementerende moeder, althans met zo’n blik als “Waar, wie en waarom ben ik.” Het is overduidelijk dat haar Tenalady verschoond had moeten worden, maar ja…Ze ziet er verder ook heel onverzorgd uit: vieze handen met nagels met rouwranden. Daarmee zit ze even later garnalen te pellen en lekker op te peuzelen: ze geniet hoorbaar. Haar dochter heeft dan al een zakje of 3 stickey rice met sambal weggewerkt.
Als ze eindelijk uitgegeten zijn, vermoed/hoop ik dat ze een dutje zullen gaan doen. Niets is minder waar. De dochter vist uit haar tasje een pedicuresetje en gaat eens flink aan de slag met de teennagels van moeder. Ze knipt er flink op los. Intussen gaat de verkoop in de trein gewoon door en lopen de verkoopsters niets vermoedend (of wel, wie zal het zeggen?) langs met gebraden kipfilets op een stok en ander lekker eten……. Ik kan er niet langer naar kijken en draai me met de rug naar hen toe om vooral goed naar buiten te kunnen kijken. Mijn shawl sla ik beschermend om me heen. Ik ben blij als ze uitstappen.
In Ubon vinden we meteen een aardige en naar later blijkt goede taxichauffeur die ons naar Khong Chiam brengt. Hij laat zijn kaartje achter voor als we hier weer vertrekken en we gaan hem zeker bellen over een paar dagen als we naar Ubon gaan.
Het resort aan de Mae Khong is een plaatje. We hebben een fijne rustige kamer, er is een lekker zwembad en de eigenaar is een Nederlander/Duitser/Belg: “…zeg maar een Europeaan.” Hij vindt het niet vervelend om met zijn gasten te praten!
Kerstavond eten we een lekkere biefstuk daar. Buiten ons is er nog één ander stel, dus je kunt gerust zeggen dat we een hele rustige kerstavond hebben gehad!