Udon Thani (dag 4)

”Zie jij ook dat ze hier een carwash hebben?”

Wij zijn bij Wat Phra Phuthabat Bua Bok (even oefenen voor je de weg ernaar toe moet vragen, maar wij zijn op pad met Kitty, onze chauffeuse). Wij noemen haar zo, omdat ze een sticker van Hello Kitty op haar zeer luxe auto met automatische schuifdeuren heeft. Maar dat niet alleen: de binnenkant van de auto is helemaal roze opgepimpt: roze matjes, roze hoofdsteuntjes (met Kitty erop), roze stuurhoes en het kinderstoeltje naast haar (soms gaat de kleine meid op kleine ritten van mama) is uiteraard ook knalroze.

Het is een groot tempelcomplex net naast het Phu Phrabat historical park en dat is te zien. Ook hier liggen nog behoorlijk wat rotsen, waarvan handig gebruik is gemaakt bij de bouw van de tempel.
Het eerste wat we zien is een koppel vette varkens dat met een stuk of vier biggetjes de weg oversteekt.
Kitty ziet net op de tijd de kleintjes achter pa en ma!

We wandelen over het terrein waar mooie tempels te zien zijn.

Als we nog een laatste tempeltje willen bekijken, worden we geroepen door de monnik. Hij gaat ons cadeautjes geven die ons geluk zullen brengen. Het zijn een monniksjurk, gouden lotussen op stokjes en enkele wierookstokjes. We gaan ze wel weer meteen bij Boeda’s footprint doneren en er wordt subtiel op de tipbox gewezen.
Daarna worden we onderworpen aan een gebedsceremonie, waarbij we besprenkeld worden met flink wat koud water (welkome verfrissing) en we krijgen een zelfgeknoopt armbandje omgestrikt. Dit zal onze wensen krachtiger doen overkomen.

Dit gebeurt allemaal nadat we net 2 1/2 uur hebben gewandeld (lees: bergop-bergaf geklauterd) in het Historical Park. Het 5,5 km. grote terrein is een met rotsformaties bezaaide heuvel. Het is er indrukwekkend mooi. We genieten van de tocht en vooral ook van de stilte. Aan het begin van de tocht zien we nog één ander stel en aan het einde van de tocht komen we 4 jongens tegen die net starten, maar verder zijn we alleen.

Als we terug zijn, hebben we nog een programma af te werken:
– lunchen (het eten vinden we ingewikkeld hier in Isaan: niet echt lekker en we zijn inmiddels aan de diarree);
– diarreetabletten halen bij een apotheek;
– een laatste tempel in de stad hier bekijken;
– een laatste bezoek aan Amazon voor een echt lekkere koffie en kijken of ze iets hebben voor ons avondeten, want we gaan niet meer naar Lets get together;
– een klein flesje wijn halen bij de 7 Eleven
– de fietsen terug brengen naar de verhuurder (we vliegen morgen naar Chiang Rai)
En dat doen we allemaal!

Als we bij het tempelcomplex in de stad zijn, komen we bij een tempel waar een foto hangt van een overledene, met daarom heen veel witte bloemen. Er zit één man in de ruimte die ons erop wijst dat we vergeten zijn om de schoenen uit te doen, vraagt of we de overledene kennen en ons vervolgens uitnodigt om weer binnen te komen en plaats te nemen.
De overleden dame lijkt me erg jong, reden waarom ik naar voren loop en vraag aan de man of hij de vrouw kent.
”Zij is mijn vrouw”, antwoordt de man. ”Ze is 3 dagen geleden in haar slaap overleden aan een hartaanval. Ze lag ’s morgens dood naast me. Ze is 52 jaar geworden.
Wij wonen en werken in Bangkok, maar voor haar begrafenis zijn we hier in haar geboorteplaats.
Ik heb heel veel verdriet gehad, maar ze is heel vredig gestorven: nu gaat het wel weer.”
”Sorry for your lost”, stamel ik. Die komt even binnen…..

‘s Avonds eten we melk met cornflakes, kijken wat TV (Lubach en De Slimste) en ik ben zelfs te moe om mijn glaasje wijn op te krijgen….

Het is mooi geweest hier op het platteland van de Isaan.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.