Ubon

Als we hier na een treinreis van 2 1/2 uur aankomen, kunnen we meteen in een taxi stappen die ons naar The Bliss Ubon- hotel zal brengen.

De chauffeur heeft echter geen idee waar dit ligt en er moet iemand bijgehaald worden die het hem uitlegt. Ik denk: “ … dat wordt niks… dit gaat heel lang duren”.

The Bliss Ubon Hotel

Maar niets in minder waar: de chauffeur brengt ons via een randweg heel snel in de buurt van het hotel, maar dan wordt het iets ingewikkelder voor hem. Hij moet namelijk een doodlopende straat in en dat kan hij maar niet geloven…. Met flink wat coaching vanaf de achterbank ” Yes, yes, go to de left, Yes, yes, Go straight ahead… Yes, more, more!” zijn we al vroeg in de middag in ons hotel. Het is de derde keer dat we dit hotel gebruiken als tussenstation, richting Laos en het bevalt ons prima. Goede bedden en ontbijt en fietsen tot onze beschikking!

Woensdagochtend gaan we even informeren of er morgen plaats is in de bus naar Pakse (tot aan de grens tenminste, waar we een visum moeten regelen en daarna overstappen in Laos-vervoer) en of we al kaartjes kunnen regelen. Er is plaats, maar we kunnen pas op de dag zelf, dus morgen om 8 uur een kaartje halen en betalen. We gaan zorgen dat we er om 7.30 uur zijn, dan gaat het hopelijk wel lukken.

Dan blijft er dus veel tijd over om rond te gaan fietsen in Ubon. We willen naar het zuiden, naar de rivier Mun. Net ”en route”, worden we overvallen door de regen: niet hard, maar je wordt er wel nat van. We kopen snel een capeje voor 75 ct. en fietsen door. De temperatuur is heerlijk en ondanks dat buitje geniet ik van ons tochtje. Als de regen even doorzet schuilen we bij Wat Tha Wang Hin en het is dan toch weer een verrassend mooie.


Onderweg stoppen we nog een keer bij Wat Kut Khun, maar die vinden wij – in vergelijking met wat we allemaal al zagen – precies wat de naam ons zegt (sorry🥴).

Bij de rivier stoppen we, alweer bij een tempel, omdat daar tegenover aan de waterkant een groepje mensen staat bij een aantal plastic zakken met vissen.

Het blijkt een Australisch/Thais gezin uit Melbourne te zijn, op vakantie in het geboorteland van de ouders.
Die dame weet ons te vertellen wat de bedoeling is van die vissen: je kunt ze voor 99 Bath (ong.€ 2,75) vrij kopen en ze daarna terug geven aan de rivier. Je verricht er een goede daad mee én de opbrengst gaat naar de tempel. De ”verkoper” neemt zijn taak haast op als een religieuze ceremonie en mag zelfs de 1 bath fooi niet aannemen. We nemen ook nog even een kijkje in de tempel zelf die helemaal van hout is binnenin: heel mooi weer.

Rond het middaguur (het regent dan helemaal niet meer) vinden we de weg naar Central Plaza, een groot winkelcentrum waar het goed toeven is rond die tijd. Eetgelegenheden te over!
Wat we echt opvallend vinden is dat er hier werkelijk de hele dag door gegeten wordt. Dat wisten we eigenlijk al wel, maar toch!
Bij de stations staan b.v. 8 kramen, en allemaal met dezelfde stokjes met vlees, worst en balletjes.
Alle reizigers hebben dan zelf ook nog diverse zakjes met eten bij zich en als je net bent ingestapt en op je plaats zit, komt de ”stewardes” langs met de warme maaltijd! Ongelofelijk!

Tegen half vier zijn we weer terug in ons hotel. Even uitblazen….

Morgenavond zijn we – als het goed is – in Pakse (Laos).

NB
Als we tussendoor koffie drinken bij onze favoriete Amazon, zie Peter een Hollandse verrassing staan op de toonbank.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.