Twee reisdagen

Van Don Som (Zuid-Laos) naar Udonthani (Noord-Oost Thailand)

Dag 1

 Het afscheid gaat gepaard met “terugkomen”; “was maar langer gebleven”;” als jullie in Nederland zijn, komen jullie zeker naar ons toe” en “goede reis” en “tot ziens”…..

De reis naar Ubon is ook weer helemaal door Tanoi geregeld: boot, tuk-tuk, mini-bus en daarmee ook de grens over en naar Ubon.
Zals verwacht loopt alles anders.

Bij de grens worden alle koffers uitgeladen wat betekent dat we die zelf de grens over moeten slepen: niet te doen over hobbelig zandpad, ijzeren hekje en trappen af en op bij de tunnel. Gelukkig staat er een kruier die voor een paar Bath onze koffers de grens over wil brengen. We vertrouwen erop dat het goedkomt (en gelukkig is dat ook zo). Aan Laos-zijde worden we weer geconfronteerd met corrupte ambtenaren en moeten we weer meer betalen dan het officiële bedrag.

Braaf doen is het enige wat erop zit: dat doet iedereen, anders kom je niet verder Dat merkt ook een Franse jongeman die protesteert: hij wordt aan de kant gezet en komt gewoon niet verder: uiteindelijk geeft ook hij zich gewonnen.

Eenmaal aan de Thaise kant, vinden we onze koffers terug en moeten we in een ander mini-busje overstappen en dat is geen feest! Het is klein, het zit helemaal vol, je hebt nauwelijks beenruimte en de koffers worden tussen alle passagiers ingepropt. Er blijft nog één mini-plekje achterin leeg en dat wordt bij de eerste stop opgevuld door een jonge, slanke, lenige jongen en dat is maar goed ook, want hij moet via de achterdeur naar binnen, klauterend over hoge stapels bagage. 
Ik vind het aanvankelijk verschrikkelijk dat we ook nog verplicht worden een mondkapje te dragen (want extra benauwd), maar nu we hier met zovelen opgehokt zitten….

Maar goed, na ruim anderhalf uur zijn we op het busstation in Ubon waar we meteen informeren naar onze busreis van morgen: om 8.30 uur vertrekken met een VIP – bus, 7 uur rijden….

Als we met de taxi voor The Bliss worden afgezet, worden we herkend door de receptioniste en ja, natuurlijk hebben ze een kamer voor ons en morgen om 7 uur staat er voor ons een gebakken eitje (sunny side up) en een omelette klaar in de ontbijtruimte. 

Ik ben zelfs verbaasd dat ik hier de WC weer kan doorspoelen door op een knopje te drukken!

We werken de sociale contacten bij (hoi, hoi we hebben weer wifi); gaan een hapje eten en tegen 11 uur schuiven we tussen de satijnen lakens….😄

Dag 2

We reizen inderdaad met een VIP-bus: ruime plaatsen en er is zelfs een WC aan boord. Als je een bezoekje daaraan wilt vermijden, dan moet je bij de enkele stops bij de grotere stations onderweg, behoorlijk snel de WC vinden en hup, snel weer terug! De chauffeur zet er de sokken in en dat is maar goed ook, want de busreis duurt precies 7 uur.

Met een tuk-tuk rijden we naar het Prajaktra Designhotel waar we voor deze ene nacht geboekt hebben omdat “ons” hotel hier – Het Wara hotel – vol zit.
Behalve het Chinese nieuwjaar vinden er hier deze week diverse sportevenementen plaats tussen universiteiten wat verklaart dat je hier in deze week zo moeilijk een hotel vindt.

Dit hotel stond oorspronkelijk ook op ons lijstje, maar we zijn heel blij dat we voor iets anders gekozen hebben. Dit is een heel groot, vergane glorie-hotel en kennelijk de allerlaatste optie voor mensen. We zien geen andere gasten. Geen restaurant, geen drankje te krijgen, geen groet als je binnenkomt. 
Het immens grote zwembad is uitgestorven (1 ligstoel en 1 kapotte): in de hoek van het zwembad vecht een vleermuis voor zijn leven…..

We besluiten om voor het avondeten naar ons “eigen” Wara-hotel te gaan, een leuke wandeling langs het grote meer. We lopen tegen de stroom in, want op de fiets- en voetpaden die hier zijn aangelegd geldt een eenrichtingsverkeer!

Het is behoordlijk druk met (snel-)wandelaars en hardlopers, maar niemand wijst ons terecht.

Als we het straatje naar het Wara hotel inslaan, worden we na een paar honderd meter belaagd door wel 8 blaffende, springende honden: onze nachtmerrie.
Teruggaan is geen optie meer, dus we moeten er doorheen. Negeren en doorlopen én de neiging om te gaan rennen onderdrukken. Blaffende honden bijten dan wel niet, maar we zijn er doodsbang van.

Bij het Wara hotel zit een vriendelijke receptioniste die ons echter vertelt dat ze geen restaurant hebben! Dat kan gewoon niet, volgens ons. Het staat op hun eigen website en ook bij het boekingsbedrijf Agoda staan er heel veel positieve reviews, ook over de kwaliteit van het eten in hun restaurant. Voor ons een reden om juist daar te boeken. De receptioniste stamelt wat over corona en zegt dat ze het allemaal niet weet: ze werkt hier pas 2 maanden. De manager wordt gebeld en na 10 minuten zijn we in gesprek met hem en we vertellen dat we teleurgesteld zijn dat er geen restaurant is en vooral over het feit dat de gegeven info onjuist is en dat zelfs nu zijn website niet is aangepast. 

Hij erkent dat hij fout zit en zegt zijn website te gaan aanpassen. Hij vraagt zich hardop af wat hij nu kan doen voor ons…Dat weten wij ook even niet…

We vertellen hem wat onze plannen zijn voor de komende dagen: een bezoek aan de “red lotus vijvers” en de dag erna naar een historisch park. Zowel de receptioniste als de baas zelf, gaan meteen aan de slag voor ons. Er wordt flink wat heen en weer gebeld. 

Er wordt ook een Grab-taxi gebeld waarmee we naar een aanbevolen restaurant gaan. Met een hartelijk “tot morgen” vertrekken we.

Het “Michelin” restaurant serveert niet de kwaliteit die we in Laos kregen en als ze een Grab-taxi regelen om naar het Prajaktra Designhotel terug te gaan, geven ze het Prjaktra-hostel door, zodat we op de verkeerde plek uitkomen. We vragen de chauffeur ons door te rijden naar de goede plek.

Het was me het dagje wel…..

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.