Tainan

“There are 5 ways to get from Sun Moon Lake to Tainan: by train, bus, taxi or car” lezen we op internet.
Een auto hebben we niet tot onze beschikking, trein bus en taxi wel.
Wij beginnen de reisdag echter met de boot die ons eerst naar de overkant brengt. Daar nemen we de bus naar Taichung waar we met de High speed rail doorreizen naar Tainan. Een free shuttlebus zet ons achter het stadhuis af. Na nog een kort ritje met de taxi zijn we tenslotte bij Julie’s Garden Resort, ons hotelletje in de wijk Anping.

(De hoge snelheidslijn stopt op een halve meter nauwkeurig bij de wagon die op het perron staat aangegeven.)


Samengevat: een reis per boot, 2x bus 🚌, hogesnelheistrein en taxi.
Dit alles krijgen we op een of andere manier geregeld van 8.30 uur – 13.30 uur.
Ongelofelijk: geen enkele wachttijd, alles loopt hier “als een trein” (maar dan geen Nederlandse). Hier kan het dus wel, in een land dat nog iets kleiner is (36.000 km2) dan het onze 41.500 km2) met meer inwoners (meer dan 23 miljoen).

(Julie’s garden: de tuin ligt aan de overkant.)

Op de fiets verkennen we een stukje Anping, een wijk met een VOC-verleden. Er zijn nog restanten van het Fort Zeelandia (heet nu: Fort Anping) te zien (gaan we morgen eens bekijken) en in de verte zien we een Hollanse molen.
We fietsen een stukje langs het strand, eten fried rice op het erf bij een containerachtig “restaurantje” met – alweer – zulke aardige mensen.

Overal waar we komen, even staan te kijken, even iets (willen) gaan vragen zijn er mensen die meteen komen helpen.
Zelfs op de nightmarkt waar we ’s avonds heerlijk rondslenteren, regelt de bakker/verkoopster van met kaas en sla gevulde reuze-ijshoorntjes iemand die Engels spreekt om ons beter te kunnen helpen!

De dag erop gaan we, weer met de fiets, naar het oude Anping.
We bezoeken daar het Anping fort: in de 17e eeuw Zeelandia Fort genaamd, een verdedigingsbolwerk van de Nederlanders in de VOC-periode (Ik kan die Balkenende maar niet uit mijn hoofd krijgen 😂).
Van het oorspronkelijke fort staat alleen nog een stuk muur overeind en zijn stukken opgravingen te zien: het nieuwere gedeelte is door Japanners – de latere overheersers – gebouwd.


Even later zijn we bij het Tree-house: een opslagruimte behorend bij een koopmanshuis. In de tijd van de Japanse overheersing was het een opslagplaats van zout, maar na de 2e wereldoorlog kwam het leeg te staan en is er niets meer mee gedaan. Je ziet wat de natuur er dan mee doet hier!

We drinken thee in het cafeetje en omdat we daar zo lekker koel zitten en ons op ons gemak voelen, nemen we een flinke pauze (we kaarten zelfs een paar potjes waarbij Peter de winst binnenhaalt!).
We vinden in Old Street precies de 2 eetgelegenheden die Peter uit reizigersblogs heeft opgepikt. Bij het restaurantje eten we o.a. noodels en bij het kraampje kopen we de Coffin-snack (doodskist-snack). Als we – nieuwsgierig geworden – aan de verkoopster vragen hoe ze die maakt, gaat ze speciaal voor ons aan het werk.

Tegen een uur of twee, half drie zijn we weer terug bij Julie’s garden waar we siësta houden.
We voelen ons heel erg lekker hier in Anping in Tainan (Taiwan)!

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.