Ponta do Sol


9 januari

We checken uit bij Baia Azul en verkassen naar Ponta do Sol. Het is een vreemde aankomst bij Hotel Estalagem da Ponta do Sol. (Hier lijkt het alsof ik in herhalingen val, maar het heet echt zo.)

Onze juf van de GPS is in totale verwarring. Er liggen diverse wegen en weggetjes tegen de bergwand waartegen het hotel gebouwd schijnt te zijn, maar ze kan er totaal geen wijs uit (en wij dus ook niet meer). Dan weer rijden we in het dal en dan op een suppersmal weggetje hoog op de berg waar ze ons commandeert om rechtsaf te slaan, terwijl daar alleen maar een diepe afgrond te zien is. 

We vragen het tenslotte maar in het dorp aan een benzinepompbediende. Die wijst naar een betonnen toren en zegt dat daarin de lift naar het hotel zit. 

Als we daar aankomen, zit er een briefje op de glazen deur dat de lift defect is.

Inmiddels is de sfeer in de auto niet meer zo gezellig als normaal. Behalve onze juf van de GPS is ook Peter enigszins van slag, Wilde hij eerst niet in de

dependance beneden in het dorp; nu wil hij ineens niet meer boven in het hotel (mochten wij dat ooit bereiken….) 

Er hangt ook een telefoonnummer op de glazen deur en doordat ook ik inmiddels gestresst ben geraakt, typ ik 2 x het verkeerde nummer in en krijg dus geen aansluiting. We rijden maar weer een eindje verder.

Uiteindelijk komt er redding: een paar mede-hotelbewoners die dapper beginnen aan de klim tegen de berg dirigeren ons weer terug naar de lift. Daar staat een jongen van het hotel die jullie gaat helpen. En dat klopt. De jongen is niet alleen lift-boy maar nu ook lift. Hij laadt al onze bagage in zijn auto en vraagt ons in te stappen. We rijden een supersmal steil weggetje op, laverend tussen wat geparkeerde auto’s en als hij na een paar honderd meter stopt, staan we voor de opgang naar het hotel (een paar trapjes maar). 

De liftboy brengt onze koffers naar de kamer als wij inchecken bij een supervriendelijke receptioniste die ons geruststelt dat ze er alles aan zullen doen om ons verblijf heel aangenaam te laten zijn en een half uurtje laten liggen we op stretchers in het zwembad bij te komen van alle emoties en komen we weer tot onszelf: wat is reizen toch heerlijk!!!

NB De directie van het hotel baalt als een stekker van het liftpribleem getuige de brief die wij op onze kamer aantreffen.

10 januari 

Na het ontbijt liggen we nog even in het zembad te “zonnen”, maar hij is net te flauw om ons lekker te verwarmen.

We gaan op stap. Wandelen naar een waterval. 

Eerst moeten we naar Rabacal rijden, want daar start onze wandeling. Het eerste stuk gaat prima (dank je wel, liftboy) en daarna rijden we zelf: d.w.z. ik rijd en Peter navigeert met behulp van zijn GPS-juf.

Die heeft nog steeds last van een jetlag en is voortdurend de weg kwijt, met alle gevolgen vandien.

Als we weer ergens in een bergdorpje gestrand zijn en niet weten welke kant we op moeten gaan, vinden we het genoeg: we gaan de GPS van de camper gebruiken….

Ook dat lukt niet: de kaart van Madeira is niet “geladen”, logisch eigenlijk, want kom maar eens met je camper op Madeira.

Dan maar even terug naar rotonde 85 toen we dachten dat we nog goed zaten en kijken of we daar ergens een betere aanwijzing kunnen vinden. Dat lukt. 

We zien Rabacal op een bordje met een wandelaartje erbij: top!

(We stoppen met schelden op onze juf en we merken dat ze het ineens ook een stuk beter doet. Is hier sprake van een oorzakelijk verband of komt het omdat er maar één weg omhoog gaat?)

We stoppen bij de parkeerplaats, trekken vol goede moed de wandelschoenen aan en volgen het bordje van onze route. De tocht gaat behoorlijk steil naar beneden én tot onze verrassing over een geasfalteerd weggetje. Er rijdt zelfs een enkele taxi omhoog en/of naar beneden…. (Op de afbeelding in onze ANWB-reisgids zag het er toch anders uit…) 

Ik doe ontzettend mijn best om het leuk te vinden en optimistisch te blijven, maar ik kan naarmate we steeds verder steil afdalen, alleen maar aan de terugweg denken. 

We komen een man en een vrouw tegen die eruit zien als goede lopers en vragen hoe ver het nog is naar de waterval. Het antwoord is zowel teleurstellend als bevrijdend: ze weten het niet; ze zijn niet zo ver gekomen. Ze zijn omgedraaid waar een trap verscheen met hoge glibberige treden en totaal nog geen zicht op het einddoel; voor mij hét moment om te besluiten dat ik terug ga. Peter denkt nog een stuk verder te kunnen. Zo gezegd, zo gedaan.

De klim terug is zwaar, héél zwaar….en voor mijn gevoel (en ik denk ook objectief gezien) kom ik maar voetje voor voetje vooruit en dan nog moet ik regelmatig even uitrusten op een grote kei langs de kant van de weg.

Ik vermoed dat de inspanning en uitputting inmiddels van mijn gezicht zijn af te lezen, want een monter afdalend gezin vraagt aan me of het wel goed gaat en of ze hulp kunnen bieden. Ik sla hun aanbod vriendelijk af met de mededeling dat het prima gaat met me. Ik had toch moeilijk “Ja, graag! Draagt u me even naar boven?” kunnen antwoorden. Met een “ …doe het rustig aan… wandelen zij verder, mij achterlatend met de vraag hoe ik het in vredesnaam nog rustiger aan kan doen.

En dan kom ik bij de bocht die ik herken: deze helling loopt naar de top van de berg waar het parkeerterrein ligt. Het geeft me vleugels (nou..hele kleine vleugeltjes eigenlijk helpen ze alleen mentaal).

Op het parkeerterrein kan ik lekker uitrusten in het zonnetje dat inmiddels toch wel lekker schijnt, daar boven de wolken.

Na een minuut of twintig komt ook Peter weer boven. Hij ziet er net zo versleten uit als ik en als hij weer wat bijgekomen is, vervloekt hij het ANWB-boek. Hij is een stuk verder gelopen en daar beneden (overigens niet langs die hoge-treden-trap, maar gewoon over de weg) begint pas de beoogde wandeling van 3/4 uur naar de waterval. Unbelievable dat dit zo slecht beschreven staat in ons boek. BAH!

We besluiten naar Calheta te rijden…

Daar vinden we – heel bewust zonder hulp van de ANWB-gids – een heerlijk restaurantje waar we genieten van een lunch met rijst met zeevruchten. Tijdens de koffie kaarten we een paar potjes.

Onderweg langs de kust vinden we de douche waar Ard Rooyakkers ook met een b&b- eigenaresse naartoe gereden was tijdens de intro van zijn nieuwe programma.

En dan rijden we ons “eigen stadje” weer in; langs de andere kant. Zeer verrassend is de donkere tunnel waar we doorheen moeten net na de bocht waar een schitterend pad omhoog ligt met dito uitzicht. 

We parkeren net achter de tunnel en lopen terug om van het uitzicht te genieten.

Wat is Madeira mooi! Ik schrijf het weer maar eens op en het zal echt de laatste keer niet zijn.

‘ s Avonds worden we getrakteerd op een zonsondergang, waarna we een borreltje drinken, binnen bij het vuur van de open haard.

11 januari

Over vandaag valt weinig spannends te vertellen. Het is schitterend weer en we doen niet veel meer dan op verschillende plekken genieten van die zon:

  • aan de rand van het zwembad
  • tijdens een wandelingetje door het dorp
  • tijdens de tapaslunch bij de oude Apotheker zitten we in de schaduw, dus dat telt niet mee
  • op een terras aan zee bij een gesloten bar/restaurant
  • op een houten vlonder een eindje verderop aan zee, op een stretcher.

Mijn tweede boek is bijna uit: About a boy van Nick Hornby.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Een reactie op Ponta do Sol

Reacties zijn gesloten.