Parque natural Sierra de la Cebollera

Voor ik ga vertellen waar we nu weer terecht zijn gekomen, eerst nog even iets over gisteravond.
We gingen eten in hetbrestaurant op de camping – binnen, want buiten waaide het nogal, en was het veel te frisjes. Ongedwongen sfeer, vriendelijke bediening en ook Jacqueline, de host hier sinds
20 jaar (!) liep in en uit. Nou vonden wij het fris, maar zij liep erbij alsof ze rechtstreeks uit de bergen van Peru kwam. Een warm jack aan en op haar hoofd een gevoerde, gebreide muts annex oorwarmers met nog 2 schapenwollen pompoenen aan elke kant. De barvrouw liep er nog steeds bij in een mouwloos jurkje: een bijzonder koppel. Ook de moeder van Jacqueline – direct herkenbaar aan de huidskleur – liep wat in en uit. We genoten van het eten toen Jacqueline naar ons toe kwam met de vraag of het allemaal naar wens was. Nou wij vonden van wel! We wezen naar haar prachtige muts en toen kwam er een verhaal over Peru en oorpijn en liet ze ons foto’s zien van campingfeestjes in juni etc. etc. Toen wees ze weer op haar muts, vervolgens naar mij, ik wees naar mijn strohoed die achter op mijn stoel hing, waarop ze het restaurant uitrende, naar de receptie en terugkwam met een een andere strohoed die ze kennelijk veel beter vond voor mij! Ik kreeg hem van haar cadeau. We moesten wel een aantal foto’s maken met haar en ons en beloven dat we “misschien” op de terugweg weer langskwamen: dat was genoeg!

We namen een kop koffie met een bel cognac op deze bijzondere avond.

Op weg naar de volgende camping blijkt soms hilarisch hoe we in aparte werelden leven tijdens zo’n rit.
Ik rijd tegen de 90, omdat ik net een bord zag waarop 90 stond, maar onze Garmin geeft 80 aan. Omdat ik Peter gevraagd hebt daar ook een beetje naar te kijken onderweg, zeg ik: “Ik zag hier bordjes met 90 hoor!” “He? Wat bedoel je, waar heb je het over? Ik zit net aan het eten te denken: we hebben nog stokbrood, sla en kaas en nou kom jij ineens met bordjes?”

Als we in Villoslada de Cameros de afslag naar Camping Los Cameros nemen, wordt er aangegeven dat het nog 3 km. is. Het duurt meer dan een kwartier voor we er zijn omdat we zoveel kuilen te omzeilen hebben. En dan draaien we de camping op….Niemand te zien…. Verlaten huisjes, caravans, een gesloten receptie.
Ik loop achter de receptie langs omdat ik daar een aanwijzing zie naar toiletten en Peter loopt voorlangs omdat hij – ja precies- een aanduiding Restorante ziet.

Ik denk “…als wij hier ook nog alleen staan, dan ga ik dat niet doen.”

Peter zegt: ……leuk he? Doen we.”
Hij heeft dan de jonge beheerder die hier met zijn vrouw de camping runt, al gesproken. Als ik hoor dat ze hier ook wonen, ben ik om! Het is een super groene rustige camping aan een riviertje; 2 x per dag kun je er wat eten en we hebben zeeën van ruimte om ons heen! Top.
Na een siësta, want het is al behoorlijk warm aan het worden, fietsen we 6 km. de berg op naar een kapel. Ook best de moeite waard! Een prachtige dag.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.