Donderdag 23 januari
Vandaag beginnen we aan ons avontuur naar Loas en verlaten Mut Mee.
Een tuktuk brengt ons naar de grensovergang via de Friendshipsbridge 1 naar Vientiane.
Wat opvalt, is dat de ambtenaren die daar werken vriendelijk zijn en behulpzaam, in tegenstelling tot jaren geleden toen wij alleen maar morsige, norse, en corrupte, mannen aantroffen daar.
De procedures van het uitchecken uit Thailand en inchecken in Laos verlopen dan ook heel soepel en snel al blijft het even een akelig gevoel dat je een paar minuten zonder paspoort zit omdat je dat moet afgeven aan de ene kant van de loketten en dan om de hoek weer moet ophalen aan een ander loket, als je daartoe wordt uitgenodigd omdat het akkoord bevonden en bestempeld is.
We overnachten maar één keer in Vientiane en de middag brengen we door aan het zwembad van Chandara Boutique Hotel.
Vrijdag 24 januari
Met een taxi gaan we naar het treinstation van China Railway (toch nog een uurtje rijden, mede omdat het druk is op de weg met heel veel stoplichten. En een stoplicht is hier ook écht een stoplicht.)
Aan de chauffeur hebben we géén kind, gelukkig maar want anders had ik hem nog moeten opvoeden!
Hij begroet ons niet eens! En natuurlijk zijn we voor hem tijdens de rit ook slechts een vrachtje!
Als we aan komen rijden, lijkt het alsof we bij een vliegveld aankomen. Zowel aan de buitenkant als in de vertrekhal zie je haast geen verschil. Je moet zorgen dat je de vereiste QR-code kunt laten zien en scannen én alles moet op een transportband door de scan. We weer een pas nieuwe zonnespray kwijt (té groot formaat).




Als de trein binnenrolt, tellen we 16 wagons. We komen in het midden het perron op, wij zitten in wagon 2 en moeten dus echt een behoorlijk eind lopen. Nou begrijp ik ook beter dat de instapprocedure een half uur voor vertrek begint!


De treinstewardesses controleren, net als in het vliegtuig, of de bagage wel goed op de rekken boven de passagiers geplaatst is en brengen hier en daar verbeteringen aan. “De trein rijdt erg snel…” zeggen ze trots (162 km. per uur) en paraderen daarna parmantig in hun blauwe uniformen door de trein.



Naast mij komt een hele aardige 16-jarige jongen zitten die graag met me kletst. Het gaat hem goed af in het Engels dat hij op de Highschool leert! Hij weet alleen niet waarom hij met zijn moeder meegevraagd is op familiebezoek. Zijn familie woont op de grens met China. Ik vraag of het misschien i.v.m. het Chinese nieuwjaar is wat voor de deur staat, maar hij heeft geen flauw idee. Hij is gewoon meegegaan…
Er wordt hier nog steeds zelden gevraagd naar het Waarom van wat dan ook: een verbod, een weigering, een uitnodiging? Het maakt niet uit.
Bij aankomst worden we opgehaald door Guy die taxichauffeur is in dienst van ons Guesthouse Hillside dat een km of 8 ten zuiden van de stad Luang Prabang in de bergen ligt, maar we moeten wel eerst naar de stad een paar mensen ophalen die ook terug naar het guesthouse moeten.
De rit de bergen in, lijkt nog het meest op het rijden in Cuba; onverharde weg met verraderlijk diepe kuilen en sleuven.
Maar dan komen we ook in het paradijs!





En na een hartelijke ontvangst door Arun met uitgebreide uitleg over eettijden, wandelmogelijkheden en allerlei andere huishoudelijke mores, gaan we naar huisje nr. 5 (ja, bovenaan!) en daarna gaan we naar het restaurant om een lekker glas wijn te drinken, een kaartje te leggen en lekker te eten.
We hebben zin om hier twee nachten te zijn!

Zaterdag 25 januari
We hebben besloten dat we na het ontbijt een wandeling gaan maken naar Het Nahm Dong Park, vlakbij De Dam.
Tijdens het ontbijt is het nog wat frisjes, maar dat vergeet ik snel als we aan de wandel zijn. Het is heuvel op, heuvel af en ook weer over die “Cubaweg”….



Het Park is een natuurgebied dat voor recreatie geschikt gemaakt is. Wandelingen (bergje op, bergje af); een uitspanning waar je iets kunt drinken en ook één die vroeger best heel mooi geweest zou kunnen zijn, maar nu is er niets meer. Toch heeft het wel iets en ik denk dat het met een paar ingrepen een super trendy koffieshop zou kunnen zijn.










Op de terugweg (rond 12 uur) is het bloedheet en er zijn maar een paar plekken waar je even onder een boom kan wegkruipen voor de zon.
Maar zelfs dan is het toch een mooi tochtje en geniet ik van het onkruid langs de weg; zo mooi!


We zijn wel kei-kapot als we terug zijn en we moeten eerst douchen om het stof kwijt te raken dat zelfs mijn onderbroek bereikt heeft. Het zijn die drie auto’s die we op ons pad tegenkomen, die zoveel stof doen opwaaien.
Na de lunch houden we ons gemak. Voor Peter betekent dat dat hij nog even een paar baantjes trekt in het zwembad en daarna laten we ons een uur masseren. Het toeval wil dat daar de nadruk op de benen ligt en dat hebben ze na zo’n ochtendactiviteit wel verdiend.