Ome Herman en tante Nel in Pakse

Daar zijn ze weer: het vrolijke gemengde koppel; op de grootste markt die ik ooit zag in Azië.
De sfeer zit er nog steeds in.

Wij zijn op de markt en weten niet wat we zien (en het is toch niet de eerste keer in Azië!).
Ontzettend groot, chaotisch, heel veel van heel veel verschillende artikelen (dus breed en diep assortiment, toch?), ontzettend vriendelijke verkopers en een ontstellend vieze, vuile plek om te verkopen en te kopen. Misschien dat de regen van gisteren daaraan ook een bijdrage heeft geleverd, maar ik verwacht niet dat het morgen (zelfs na deze mooie, zonnige dag) veel beter zal zijn.

We wandelen een stukje verder, zoveel mogelijk op de stoep als dat enigszins kan, en/of houden een tuktuk aan. We bezoeken Wat Luang die aan een zijrivier van de Mekong ligt.


Ik vind hem mooi, maar niet heel indrukwekkend. Misschien omdat we al redelijk veel Wats hebben bezocht, waaronder een paar heel bijzondere.

We lunchen bij Pakse Hotel (waar Peter gisteren nog zo’n aversie tegen had, omdat we daar min of min ongevraagd werden gedropt door onze shuttle service. Nou, dan kost het ”omdenken” even tijd) en daarna laten we ons aan de overkant masseren. Bij de start (wat moet ik hier allemaal uit doen en wat allemaal aan? Ik krijg namelijk een hesje en een soort katoenen broek voorgehouden…) ontstaat er zo’n Laotiaanse spraakverwarring, dat zowel de twee masseuses als ik de slappe lach krijgen. Eén van de twee ligt gierend van het lachen op de grond. Nou moet ze daar toevallig toch zijn, want wij worden op matrasjes op de grond gemasseerd, een uur lang voor €4,50.

Na afloop laten we ons terugrijden naar Le jardin de Pakse, waar we de rest van de middag aan en in het zwembad doorbrengen.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.