Montana Tinasoria (503m.)

“Peter, ik stop hier: het volgende stukje heeft echt te veel bulten en geulen en ik moet nu al een stukje achteruit gaan rijden. Daar heb ik een bloedhekel aan,”

We staan met ons fiatje onderaan de berg Montana Tinasoria, die we gaan beklimmen. Het ANWB-boekje vermeldt dat we kunnen doorrijden naar de ruïne die we voor ons zien liggen, maar ik loop dat stukje liever dan dat ik doorrijd. (Kun je nagaan: ík, die liever dat stukje omhoog lopen erbij pakt. Ik loop tegenwoordig echt zo gemakkelijk. Ik ben nog steeds heel dankbaar voor mijn kunstheup.) Daarom kwam het een paar weken geleden in een modewinkel ook zo hard aan dat de verkoopster naar mij keek toen ik een rokje aan het passen was; meewarig haar hoofd schudde en zei: “U hebt ook geen heupen!”  Geen heupen? Ze moest eens weten! Ik heb het rokje uitgedaan en zonder verder te zoeken in de rekken, ben ik fier lopend de winkel uitgegaan: dat zal ze leren!

Maar, terug naar de berg. Met Peter als geduldige coach achter de Fiat, rijd ik het stukje achterwaarts totdat ik kan keren (je wordt hier wel heel dankbaar voor wat je thuis gewoon hebt: een auto met een achteruit- cameraatje). We parkeren de auto langs het onverharde weggetje op een net iets breder stukje: je ziet hier toch geen kip.

We beginnen te wandelen en vinden het nu al mooi. Wat een leegte, wat een stilte… Dan passeert ons een autootje met een vriendelijk lachend echtpaar dat de weg wel per auto durft te vervolgen. We zien ze even later voor ons uitlopen en dat is fijn, want het pad is niet echt aangegeven en op sommige stukjes ook niet goed zichtbaar. Als we boven komen begrijpen we de omschrijving in het ANWB-boekje: een bijna overweldigend uitzicht. Het is schitterend!

Het stel dat ons voorging, zit iets lager aan de zuidkant van de top en nodigt ons uit om bij hen te komen zitten omdat het daar niet waait. Het is een Duitse man met zijn Thaise partner. Ze wonen hier als ze niet in Duitsland of Thailand zijn. Je begrijpt hieruit dat we in gesprek raken met deze aardige mensen.

Wij vervolgen ons rondje. Dat houdt in dat we de afdaling aan de andere kant van de berg doen (wat is dat steil, zeg…) en door de wijnveldjes terug zien te komen op de plek waar de Fiat staat. Dat lukt. Als we er bijna zijn, worden we gewenkt door het stel waarmee we boven gesproken hebben. Zij proberen een Duitse toerist die met zijn huurauto gestrand is, uit een geul te helpen zodat hij verder kan. Het is precies op de plek die ik net niet gereden heb toen we hier kwamen. Met vereende krachten krijgen we de auto uit de geul getild. Ik voel me, samen met Peter, supersterk: dankzij ons kon de Duitser toch maar mooi verder! Na veel gezwaai en dank je wel, gaan we allemaal weer op pad. Wij naar “ons” strandje bij Playa Quemada. Lekkere tapas, lekkere stoeltjes, goed boek. Wat wil je nog meer?

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.