Het kan niet altijd meezitten

Na een nacht toiletbezoek, voel ik me ‘s morgens als een uitgewrongen dweil. Tegelijk met alle afvalstoffen is ook mijn energie weggelekt.
Na het ontbijt, één hapje van een geroosterde boterham, duik ik het bed weer in.
Peter loopt een rondje, gaat naar de gym en zwemt een paar baantjes. Als ik hem ‘s middags vraag of hij zich erg verveelt, krijg ik als antwoord dat hij ook een beetje kalm aandoet en ook niet helemaal lekker is.

Omdat we nou eenmaal afgesproken hebben om tegen 16.00 uur naar het stierenvechten te gaan kijken, hijs ik me uit bed en zit op tijd in de hal voor Kamrul. Hij brengt ons naar een redelijk afgelegen terrein achter de scholenbuurt en daar is de arena. Niks kaartjes kopen, niks toegang betalen, gewoon aanschuiven op de ring. De die-hards hebben zelf een klapstoeltje meegebracht en zitten in de ring, veel dichterbij de plek waar de gevechten plaatsvinden. Het is wel een bijzondere gebeurtenis; geen gevecht van de mens tegen de stier zoals in Spanje, maar hier vechten twee stieren. Het gaat erom wie de sterkste is, het meest imponeert en de ander achteruit drijft. Er valt geen druppel bloed, alleen een enkele tik op de billen ter aanmoediging. Gelukkig gebruiken ze die stokken niet in de man-tot-mangevechten: dan gaan ze ordinair op de vuist, zo zien we bijna tegen het eind.

Een jonge knul waar me mee in gesprek raken, verontschuldigt zich voor het gevecht, alsof hij er zelf aan mee heeft gedaan. Hij heeft in India Engels gestudeerd. Hij noemt zichzelf “een vrij man” en dat blijkt o.a. doordat hij ook mij de hand schudt als we afscheid nemen.
Kamrul brengt ons naar een Turks restaurant, want we moeten toch íets eten. Het valt nog niet mee om er te komen, want vlak voor het restaurant staat het water nog zo diep op de weg dat Kamrul liever een flink stuk omrijdt.


Ik bestel fried rice, althans dat denk ik. De ober komt aan met een flink bord friet.
Ik moet dit laten staan, hoe lekker het er ook uitziet en dat zegt wel wat! Ik probeer het opnieuw en nu lukt het.
Peter heeft een pizza besteld en ook hij krijgt geen hap van door zijn keel. Na een paar hapjes rijst houden we het voor gezien.

Dit uitstapje heeft de dag enigszins goedgemaakt maar als we thuis zijn, ga ik weer meteen het bed in. Ik word pas weer wakker van Peter, die duidelijk laat horen dat het hem de strot uitkomt. Ook hij is helemaal niet lekker. Gelukkig lucht deze ene keer zodanig op dat we de nacht redelijk doorkomen.

Als we de volgende ochtend om 6 uur opstaan, voelen we ons iets beter. We kunnen de busreis naar Muscat wel aan.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.