Vrijdag 14 juni
De laatste dag in Galicië ervaar ik wat het betekent om gallisch te worden: misselijk van woede.
We stappen om 9 uur het ziekenhuis aan de overkant van de camperplaats binnen om “even” door een verpleegster of dokter de draadjes uit mijn wond te laten verwijderen.
De eerste persoon die we aanspreken is hulpvaardig en neemt ons mee naar een andere ingang waar dit soort hulp geboden wordt. Hij legt de medewerksters uit wat de bedoeling is, maar de 2 dames achter de balies beginnen meteen al “nee” te schudden.
“Hebben wij een Internationale verzekeringskaart? En wel voor een “public hospital”?
We bellen de Ohra en leggen de situatie uit. Zij sturen onmiddellijk een linkje waarmee we een app kunnen downloaden, dan een formulier kunnen invullen en opsturen waarna zij dan een tijdelijke Internationale pas opsturen. Simpel toch?
Dat doen we ter plekke, waarna we blij met onze telefoon naar de balie gaan en het bewijs laten zien. Weer wordt er “nee” geschud. Dit is een public hospitaal en met dit bewijs moeten we naar een privat hospital – 20 minuten fietsen verder aan de andere kant van de stad. Maar “public” betekent toch voor iedereen? proberen we nog.
Dan komt een van de medewerksters achter de balie uit en met behulp van haar vertaalapp. spreekt ze behoorlijk lange teksten in, waarna ze de telefoon demonstratief naar mij draait, zodat ik de Engelse vertaling kan lezen. Ze denkt kennelijk dat ik kan snellezen in het Engels, want ze begint alweer een nieuwe tekst in te spreken en dit herhaalt zich een aantal keren. Ik heb niets in te brengen, want zo gauw ik mijn mond opendoe, heft ze bezwerend haar hand op en moet ik luisteren. Ik voel een onbeschrijfelijke woede opkomen en Peter die het ziet geeft mij zijn telefoon met de vertaalapp en zegt “Spreek maar in, wat je wil zeggen”.
Ik spreek in: “Word ik hier geholpen of niet?”
Het antwoord is even kort als duidelijk: “No, aqui” (hier niet).
Ik draai me om en we vertrekken. Ik ben gallisch; misselijk van woede. 😤
In het privat hospital kom ik tot rust. We worden goed ontvangen, er wordt geluisterd wat we nodig hebben en een soort privat hostess leidt ons door het proces. Ook hier is het bureaucratisch en hebben ze al onze gegevens, van paspoort tot ISBN, van adres in Eindhoven (misschien komen ze op bezoek voor nacontrole?) tot verzekeringspasje nodig, maar er worden oplossingen gezocht “Als jullie meteen betalen met een creditcard en thuis de kosten terugvragen, gaat het stukken sneller”. Dat doen we.


De draadjes gaan eruit. De wond behoeft nog enige nazorg, want hij is nog niet helemaal dicht. Ze hadden het beter gevonden als er geen pleister op was geplakt, maar daar hebben we nu niets aan. We krijgen goede instructies, een boodschappenlijstje voor de apotheek om de hoek en een A4-map waarin ze het medisch verslag en de rekening hebben gestopt. Dit alles in een goodybag met nog 2 notitieblokjes en een balpen van de zaak. We hebben lol met de 3 dames die alle papperassen regelen en onze PA loopt met ons mee naar buiten zodat ze kan aanwijzen waar de apotheek is! Kijk, zo kan het ook!
Nu alle klusjes geklaard zijn, fietsen we de oude stad in om te ontbijten (het is inmiddels 11.30 uur) en de boel te verkennen.
A.Coruña is een leuke stad om doorheen te crossen en er zijn heel wat mooie plekjes te vinden.



Aan het eind van de middag gaat het regenen, maar dan zijn we al terug op de camperplaats.
We gaan alleen ‘s avonds nog even te de stad in om wat te eten. De achter rollators strompelende bejaarden zijn dan vervangen door hippe jongelui: een totaal andere binnenstad dan vanmiddag.
In een hippe koffietent gisteren lazen we onderstaande wifi – informatie.

PON(TE)FERRADA
Zaterdag 15 juni
Op weg naar Ponteferrada rijden we naar O Cebreiro, op 1300m. hoogte. Het is een piepklein dorp waar Keltische huizen met stapelmuren en rieten daken staan. Tot voor kort werden ze nog bewoond, maar nu is het een “open volkenkundig museum”. Eén van de huizen is toegankelijk gemaakt voor bezoekers. Het 9e-eeuwse Mariakerkje is een trekpleister voor de Caminogangers.
Wagner heeft zich bij zijn opera Parcival laten inspireren door het volgende verhaal uit de 14e eeuw.
Een zeer gelovige man kwam te voet naar boven om in dit kerkje de communie te kunnen ontvangen. De dienstdoende priester dreef de spot met de man, maar toen hij de hostie uitreikte, veranderde die in vlees en de wijn veranderde in bloed.





En nu zijn we op camping Valle de Seo.
Fijn, klein, geen enkele bereik. En vanmiddag weer zon (lekker in het T-shirtje), afgewisseld met bewolking en dan is het toch koud!
Vanavond eten we Cecino de Leon, een specialiteit uit – je verwacht het niet – Leon.
Een overheerlijke gerookte, gedroogde ham, hier op een broodje met een tomatencrême en geitenkaas.
Morgen gaan we de naar de stad Leon.
Een reactie op Gallisch