Eerste dagen Taipei

Chiang Kai-shek Memorial

Baoan-tempel

We hebben twee bijzondere dagen achter de rug.

Op dag 1 dompelen we ons onder in de cultuur. We bezoeken Chiang Kai-shek’s Memorial Hall, een gigantisch groot gebouw aan een dito plein. Het hoogtepunt is het wisselen van de wacht. In de grootste hal voor het beeld van Chiang, staat aan weerszijden een wacht in vol ornaat en met geweer. Ik dacht werkelijk dat het beelden waren, totdat ik zag dat een suppoost de mannen met een vochtige doek kwam bevochtigen en het zweet van het gezicht wiste. Dan is er weer een uur voorbij en worden de mannen ververst. De verse mannen worden in een tergend langzaam, maar superstrak geregisseerd, stappenpatroon in de richting van de andere guards gebracht. Die komen, ook even strak en synchroom, van hun sokkel en marcheren op dezelfde manier naar hun verlossers. Dan volgt een rituele “wisseltruc”, zo strak van choreografie -met veel hakkengekletter en gewerengezwaai- dat Barry Stevens er jaloers op zou zijn. Dit ritueel duurt ongeveer een kwartier, zodat de guards nu nog maar 3 kwartier onbeweeglijk hoeven te blijven staan nadat hun helmen waterpas gezet zijn en hun jasjes en broeken zijn rechtgetrokken door de suppoost, waarna hij hen elk kwartier met een vochtige lap komt opfrissen. Het is gedurende dat kwartier doodstil in de zaal: iedere toeschouwer respecteert het schouwspel.

Dan gaan we naar de Tempel van Confucius. Wat een rust, wat een sobere schoonheid. We komen ook nog in een theater terecht met een 4-D film over de deugden van Confucius. Vlak voor we de tempel verlaten komen we in een ruimte waar een vrijwilliger een soort  grote boekenlegger voorziet van een door ons gekozen wens. Ik kies “geluk” en Peter “alles gaat goed”. Wij maken een praatje en na afloop krijgen we als cadeautje nog een extra mee met Confucius erop. Ik ben daar heel blij mee!

Via een beeldenparkje komen we bij de Baoan – tempel: het tegenovergestelde qua uiterlijk. Veel sier, kleur en opsmuk en een stuk drukker met mensen die komen bidden en offeren. Als een man ziet dat ik mijn ogen uitkijk en vragend staat te kijken, legt hij me uit dat hij net een paar T-shirts heeft laten bestempelen en geschonken (aan wie weet ik nog steeds niet, want hij legt ze ergens op een tafel in een halve kapelruimte waar een soort ambtenaar zit, die dankbaar knikt). Het zijn shirts van zijn 2 dochters die in Amerika zijn en deze actie moet hen geluk brengen. Hij vertelt overigens ook dat we in het achterliggende gebouw moeten gaan kijken, wat ik nooit gedaan zou hebben omdat het er nogal privé uitziet. Het blijkt ook een gebouw waarin veel kleine tempeltjes verscholen zijn en op de bovenste etage is een studieruimte die intensief gebruikt wordt zo te zien, door jongelui en ouderen om zowel te studeren als een powernapje te doen boven de krant of studieboek, waarschijnlijk ook omdat er een super airco is en dat is hier – ik geloof niet dat ik er al eerder over schreef – echt heel hard nodig. Het is hier in Taipei momenteel bloody hot!

’s Avonds gaan we naar de Snake-market die tegenwoordig de Tourist night market heet. We hebben onderweg alleen maar voor een habbekrats een kleine portie rijst mét (inclusief soepje en ijskoud watertje) gegeten in een onooglijk restaurantje met hele vriendelijke mensen, dus gaan we nu voor de hotpot. Daarna wandelen we nog even verder, maar eerlijk gezegd vinden we de Shilin-nightmarket vlakbij ons hotel veel leuker en gezelliger. We zien wel 3 reuze-slangen in een terrarium liggen. Gaan ze die hier echt opeten? Ze komen wel op een enkele menukaart voor.

Dit is “uit eten” op de Touristmarkt

Dag 2

Met de hop-on/hop-off bus gaan we naar het Noorden van Taiwan. Het is alles bij elkaar (metro en bus) wel zo’n anderhalf uur reizen, maar het gaat hier allemaal nogal relaxt en iedereen wil helpen omdat ze meteen zien dat je een “toerist” bent. Ik zal niet zeggen dat we de enige Europeanen zijn hier, maar vandaag heb ik er echt geen een gezien! We rijden eerst met de bus naar het bijna-laatste punt (Yehliu Geo-park), zodat we kunnen beslissen waar we op de terugweg uitstappen. Het Geopark is een stuk natuur waar door erosie allerlei rotsformaties en beelden zijn ontstaan. Het is er mooi, maar eerlijk gezegd te heet om lang van te genieten (zelfs mijn parasol  biedt te weinig bescherming)!

We gaan terug met de bus naar het Juming museum: een gouden greep. Ju Ming is een fantastische kunstenaar die zowel heel grof als subtiel kan werken. Hij maakt gigagrote vierkante beelden van Tai Chi beoefenende figuren, soldaten zowel van de landmacht, de luchtmacht en de mariniers. Zelfs het materieel (schip en vliegtuig) is van zijn hand. Maar, daarnaast is er ook een expositie van zijn laatste werken: subtiele beelden van balletdanseressen in diverse houdingen en posities. Geweldig! Wat heb ik hiervan genoten, zeg!

De laatste stop is die bij het graf van een in Azië zeer beroemde zangeres: Teresa Teng. Bij het gouden beeld van haar op de (alweer) hele grote begraafplaats, wordt continu muziek van haar ten gehore gebracht. De enige twee mensen die er staan, kijken zeer verstoord om als ik ergens om moet lachen. Het is voor hen net zoiets als bij ons op Graceland bij het graf van Elvis (maar dan zonder uren aan te schuifelen voor je erbij bent). Op dit grote kerkhof liggen mensen begraven van alle godsdiensten van katholiek tot chinees en er is ook een crematorium met ruimte voor het plaatsen van asurnen. We ontmoeten daar ook een Chinese jongen die met ons communiceert via een Google-translate app. Hij kent nl. geen Engels en ons Chinees houdt ook op na Ni-hao.

’s Avonds wandelen we nog even over onze eigen nightmarket, eten wat bij de kraampjes en drinken een IPA-biertje.

Het is een prachtige dag geweest!

 

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Een reactie op Eerste dagen Taipei

Reacties zijn gesloten.