Cameron Highlands

“Kijk toch eens, hoe mooi!” We slingeren met de bus richting Cameron Highlands. Het stijgingspercentage is behoorlijk af en toe. Het loopt tegen vijf uur ’s middags. We zijn dan van ’s morgens half negen op pad: met de taxi, 2 x een busrit en zo dadelijk nog een taxiritje naar het hotel.

Qua afstand blijkt dat niet echt nodig te zijn, maar het Heritage Hotel (in Tudorstijl) ligt net boven het dorp Tanah Rata tegen een steile helling. Misschien zijn we een beetje doorgeschoten na de tegenvallende accommodatie in Pangkor, maar deze kamer is een klein balzaaltje met uitzicht op het hoogste punt in the highlands: the Mossy Forest.

In de bar die duidelijk Engels aandoet, worden we voorgesteld aan onze ober Deal. Als we later in gesprek raken blijkt het een gastarbeider te zijn uit Nepal, die daar een vrouw en 2 kinderen achterlaat (7 en 9 jaar oud) om te zorgen dat die het financieel goed hebben. Dat hij ze nu al 2 jaar geleden voor het laatst bezocht, moeten ze dan maar voor lief nemen. Er zijn hier ontzettend veel gastarbeiders, ook illegaal. Dit jaar zijn er al 13.000 het land uitgezet, zo lezen we in de krant. We lezen af en toe een stukje in de krant in de hotels en daar word ik niet altijd vrolijk van. Vorige week las ik b.v. het ministerie van Moslimzaken (!) een e-book heeft gelanceerd waaruit te leren valt hoe je kunt genezen van homofilie, in 9 stappen. Dit zou van groot belang zijn, zelfs van levensbelang. Er komen steeds meer geluiden dat de natuurrampen die onlangs plaatsvonden in deze contreien de straf zouden zijn voor onbehoorlijk gedrag van de lhbt-gemeenschap. Er werd nog wel geadviseerd om voorzichtig te zijn met deze bewering…

We eten op advies van Deal ook in de bar, omdat we ons drankje niet mogen meenemen naar het naastliggende Halalrestaurant. We bestellen Borsjt (een Russische bietensoep die we 7 jaar geleden hier in Maleisië ook aten en het feit dat ik me dat nog herinner wil wat zeggen: hij was verrukkelijk). Als hij de soep brengt, kijk ik wat verbaasd naar het bakje oranje-roze gekleurd water waar wat stukjes wortel en ei in drijven. “Dat is niet wat we besteld hebben, dat is geen Borsjt.” “Jawel” sputtert hij eerst wat tegen, maar hij gaat overstag als ik volhoud en neemt beschaamd de soep mee terug. Hij komt terug met het hoofdgerecht en met de stoere mededeling dat hij de kok eens flink op zijn nummer heeft gezet! We moeten bij het uitchecken op het review-formulier zeker invullen dat dit niet naar wens was. Ik weet bijna zeker dat hij in de keuken iets heel anders heeft gezegd: het zijn zijn collega’s. Ik vermoed iets in de trant van “Ships, ze trappen er niet in, Mo. Dit moeten we even anders regelen.” We hoeven de soep niet te betalen en krijgen als goedmakertje een paar stukjes watermeloen en 2 blokjes cake. We gaan de komende dagen toch maar de helling af om wat beters te eten, want ook het hoofdgerecht is een slecht opgewarmde hap nassi met een spiegeleitje.

De dag erop gaan we op excursie. In een jeep met nog een Engels meisje en een Duits echtpaar, rijden we eerst naar de theevelden. De vriendelijke gids – een man van mijn leeftijd – is een goed verteller. De thee wordt daar tegenwoordig niet meer met de hand geplukt, maar 1 x  in de 3 weken komt er een knipmachine langs en via een blaassysteem komen de versgeplukte toppen in balen terecht. De pluksters van vroeger worden dan geacht die balen te versjouwen naar verzamelplekken waar ze later op de dag worden opgehaald. Net zo goed zwaar werk, want die balen wegen 40 kg. die ze op hun hoofd vervoeren. Maar ja, ze zijn aangenomen op de theeplantages, verdienen daar hun schamel loon en hebben daar huisvesting (vraag niet hoe): wat moeten ze anders? Nadeel voor de thee is dat ook alle bovenste takjes meegeknipt worden en mee het droogproces ingaan. Dat geeft dus toch een stukje vervuiling, al worden de takjes er later uit verwijderd.

Even later zijn we op de hoogste top van de highlands: the Mossy Forest. We boffen dat het zulk stralend weer is en dat we een goed uitzicht hebben.

Maar van lieverlede zien we de mist opkomen en wordt het een spannend landschap waar we doorheen wandelen op een houten board. De gids vertelt dat er vroeger heel veel tracks doorheen liepen, maar er is nu een groot hekwerk geplaatst die de tracks ontoegankelijk maken. Dat moest omdat de plaatselijke bevolking (en nu eens niet de toeristen) respectloos met de natuur omgaan en alles kappen, plukken en rooien wat ze maar gebruiken kunnen. Het gevolg is ook dat hier bijna geen dieren meer te vinden zijn.

Het laatste onderdeel is een bezoekje aan de Butterfly Farm (een soort intratuin met een grote Vlinderkas). Ik leer hier weer dat die grote groene vlinder dé vlinder van Maleisië is en dat hij helaas maar een week of 5 leeft en ik zie dood-blad insekten: heel apart.

Het is een interessante ochtend geweest. De middag brengen we “rundum Hause” door: hoteltuin en dorp.

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Een reactie op Cameron Highlands

Reacties zijn gesloten.