Budapest én 34 graden

Op zondag komen we aan in Budapest. Op de camping is het -net als overal – bloedheet. Alleen aan de rand van het camperveld staan bomen, maar die randen zijn bezet. En dan nog is de keuze arbitrair: of ‘s morgens of ‘s middags in de volle zon…
Onderstaande foto is van 7.30 uur en je ziet dat Koos 🌞al goed zijn best doet.

We fietsen die dag alleen 2 keer door de rustige wijk waar we staan. Ik zeg niet waarom maar de Vietnamees kookt prima daar!

Op maandag gaan we echt Budapest verkennen, uiteraard per fiets. We rijden in een mum van tijd langs de Donau, waar het gezellig druk is. We zien het beeld van het meisje met de hond, komen langs de grote markthal en nu we er toch zijn, nemen we ook binnen even een kijkje. Het is er erg netjes en zoals bij de meeste hallen vinden we de trappen en de plafondconstructie het mooist.

Bijzonder ook om te zien dat er koelkastmagneten te koop aangeboden worden waar de spot gedreven wordt met alle grote veelal omstreden leiders. Orban ontbreekt.

We komen wel langs zijn werkplek. Het parlementsgebouw lijkt in niets op ons “torentje”. Hieronder zie je alleen de voorgevel en niet hoe gigantisch diep dit gebouw is.

We fietsen over het vredesplein, naar de heldengalerij en verderop door het prachtige stadspark.
Budapast doet westers aan, in schrille tegenstelling met de kleine dorpen en stadjes waarover ik eerder vertelde, maar ik mis hier toch de gezellige pleinen, de echte kernen van een stad.
Rondom de kathedraal lijkt het er een beetje op en de kathedraal zelf is schitterend mooi.
Er hangt een vlechtwerk van graan met uitleg over de vrijgevigheid van de Hongaren tijdens hongerperiodes in Transsylvanië (Roemenië). Er werd veel brood geschonken voor met name de kinderen die honger leden. De Roemenen accepteerden alleen witbrood. Aan bruin brood hadden ze slechte herinneringen. Ten tijde van Ceausesco werd het bruin brood met zand verzwaard!

Er blijken toen (en nu nog) hele gebieden en steden bevolkt te zijn met Hongaren, soms zelfs meer dan 20%.

Het indrukwekkendst vind ik de “schoenen” langs de Donau. Een plek van herinnering aan de Joden die daar aan de rand van de Donau hun schoenen uit moesten doen en in koelen bloede werden neergeknald en in het water verdwenen.

We rusten nog maar weer eens wat uit om een flink glas lemonade te drinken en fietsen met een hoofd vol indrukken terug naar de camping.
Daar besluiten we dat we niet nog een dag in de stad blijven, maar morgen 20 km. verderop gaan staan, richting Visegrad. We hopen dat we daar iets meer schaduw op de camping vinden en ruimere douches waar een deur in zit i.p.v. een 1 m2- cel met een wapperend gordijntje…

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.