We verkennen Bagan vandaag per (elektrische) fiets. Ik vind het geen fiets, want er is geen trapper te vinden.
Prima, dan brommeren we toch tijdens deze eerste tempeltocht!
In Bagan zijn meer dan 4.000 tempels, alle gebouwd tussen de 9e en de 13e eeuw. We hebben een globaal plan welke tempels we vandaag gaan bekijken, maar daar wijken we binnen 2 km. al van af. “Even hier kijken, dit ziet er al zo mooi uit!”
En het klopt: het is indrukwekkend. Bij deze tempel is er zelfs speciaal een trapje ingebouwd zodat je het geheel ook eens van bovenaf kunt bekijken, want op de tempels zelf mag je natuurlijk niet klimmen.
Eerst is de Ananda Pahto aan de beurt. Het is een grote vierkante tempel waar binnenin bij elke windrichting een hele grote buddha staat. Bij een van de buddha’s verandert de gezichtsuitdrukking als je dichterbij komt. Van veraf is het een gezicht met een lach, die dichtbij verdwenen is. Heel apart.
Ook de Shwezigon Paya gaan we bekijken. Rondom een grote stoepa liggen verschillende tempels gegroepeerd. Behalve de bezoekers zitten/liggen hier op het terrein gezinnen met kinderen waardoor we bijna de indruk krijgen in een dorp beland te zijn.
(De bovenste 2 foto’s hebben we niet zelf gemaakt, maar ze geven wel een goede indruk van de omgeving en het tempelcomplex; vandaar.)
We hebben een heel relaxte dag. Na de lunch bij een Thais restaurant, bekijken we nog wat tempels, nemen een drankje onderweg, genieten van de zon, van de mensen…
Het einddoel is de zonsondergang op de heuvel bij een meertje.
Toen wij Bagan inreden gisteren, moesten we een entreepas kopen waarmee je alle tempels mag bezoeken. We werden op de foto gezet en kregen een printbonnetje met een QR-code. Daar moesten we wel een foto van maken, werd geadviseerd want die konden we dan desgevraagd op onze telefoon laten zien.
Het moet niet gekker worden, dacht ik toen.
Maar dat wordt het vandaag wel. Als we bij de heuvel aankomen, wordt er naar de entreepas gevraagd. Peter laat op zijn telefoon de QR-code zien en op het scherm van de controleur verschijnt onze foto!
We zijn daar zo’n beetje de eersten die een stekje uitzoeken, maar de ambulante handel is al aanwezig. Met een van de verkoopsters raak ik aan de praat, eigenlijk omdat ik niets van haar wil kopen. De gelakte doosjes met onderzetters zijn erg mooi, maar ik kan/wil niet alles kopen wat ik mooi vind, zeker niet als ik het niet echt nodig heb. Bovendien moeten we woekeren met de ruimte in de koffers.
Ze snapt het en blijft vriendelijk. We praten over haar leven: haar werk, haar kinderen, haar familie en ze informeert naar het onze. Deze vrouw blijkt analfabeet, maar werkt zich wel 10 slagen in de rondte om te zorgen dat haar oudste zoon in het eerste jaar op de universiteit zit en haar jongste zoon op de middelbare school. Hij is de beste van de klas en daar is zo blij om. Ze vertelt ook dat ze zo blij is met haar man: hij vindt het namelijk goed dat zij ook háár ouders financieel ondersteunt. Haar familie is haar alles!
Na een uur wordt het een stuk drukker op de heuvel en gaat ze proberen nog wat te verkopen, maar – zo belooft ze – ze komt straks nog wel terug hoor. En dat doet ze, wel een paar keer. Ze maakt foto’s van ons en vertelt over de bomen en planten die er staan. Wat er van gegeten kan worden, waar medicijnen van gemaakt worden….
Als we na zonsondergang even naar haar en haar man die verderop zandtekeningen verkoopt, toe lopen om te zeggen dat we weggaan, is het afscheid heel mooi. Ik krijg een knuffel van haar en een warme handdruk van hem en we wensen elkaar een mooi leven toe.