Afscheid van Melaka en start in Kuala Lumpur (KL)

Het is onze laatste (zon-)dag in Melaka. We stappen op de fiets.

Eerst gaan we op bezoek in het paleis van de sultan (gebouwd zonder één spijker te gebruiken). Het is een mooi gebouw en binnen zien we traditionele kleding uit alle regionen van Maleisië en schilderijen die hele mooie verhalen vertellen. We lopen ook even over de Dutch graveyard en staan boven stil bij St.Paul’s Church.

Dan is het tijd om eens te onderzoeken of we ook aan de overkant van de rivier kunnen rijden. Vanaf de andere kant konden we dat niet goed zien en we zagen ook niemand fietsen daar. Maar, het kan! Eigenlijk is deze kant nog leuker om te fietsen. De graffiti aan de overkant is van een afstandje nog leuker om te zien en bovendien zijn hier hele grote stukken boardroute aangelegd.

We schuiven aan een tafeltje bij een moslim eettent en omdat we vermoeden dat saté de lokale specialiteit is, gezien de bordjes van de gasten, doen we maar mee. Het smaakt goed.

Verder gaat de tocht. We rijden nu ook nog dichter bij een monorail, waar we nog nooit iets op hebben zien rijden. We fietsen veel verder dan we aanvankelijk van plan waren en zijn weer net zo ver gefietst als vorige keer. We stoppen voor een flinke slok water: we moeten er echt goed op letten genoeg te drinken, want het is weer bloedje heet. En dan horen we een licht gezoem boven ons en zien we tot onze stomme verbazing dat er wel een treintje van 1 wagon over de monorail zoemt. Geen idee waar hij vandaan komt en ook niet waar hij naar toe gaat!

We komen op de weg terug weer langs Morten Kampung en stoppen bij Villa Sentosa: een meer dan 110 jaar oude woning, geheel in de staat zoals dat vroeger was. Het is het geboortehuis van de stokoude dame die er nog in woont en ons herhaaldelijk vertelt dat haar ouders daar met 9 zoons en 3 dochters hebben gewoond. ” 1 vader, 1 moeder, 9 zoons, 3 dochters” luidt haar mantra.

( Achteraan rechts is Straits Hotel)

We zig-zaggen terug door Melaka, op weg naar Straits Hotel waar we uitrusten aan het zwembad. Een beetje weemoedig brengen we ’s avonds de fietsjes terug en wandelen onder een nieuw parapluutje (het is gaan regenen en daar hebben we geen rekening meer mee gehouden) over de nightmarkt in Jonkerstreet, naar huis. Het is mooi geweest in Melaka.

Maandag. We lopen nog even naar de 7-eleven om te checken of daar een krantje ligt (waar een foto of interview met mij in zou staan…) Helaas! Ik hou het er maar op dat ik in een krant sta, die nergens te verkrijgen is. We stappen in de taxi naar het station waar we de bus pakken naar KL. Het gaat allemaal weer gesmeerd. Peter koopt de buskaartjes en 5 minuten later zijn we vertrokken. De bus is minder luxe dan die vanuit Singapore, maar nog altijd comfortabel en het is maar 2 uurtjes rijden. In KL nemen we de MRT naar Chinatown waar ons hotel ligt en na 5 minuutjes lopen (1x vragen naar de goede straat: Jalan Petaling) kunnen we inchecken.

Het Swiss-Inn hotel heeft op de begane grond een restaurant dat direct op een van de straatjes van Chinatown uitkomt! Eerst maar even een hapje eten dus (springrolls), kamertje inruimen en daarna eens wat reisbureautjes bezoeken om een excursie naar de vuurvliegjes te boeken en ons wat te orienteren over het vervolg van onze reis. Niets ligt vast, alles is mogelijk. Heerlijk vind ik dat.

We wandelen ook nog over de Old Market en voeren visjes met de dode huidcellen van onze vermoeide voetjes. Daarna vinden we een leuk terrasje bij een reggae-kroeg waar we een kaartje leggen en veel langer blijven hangen dan het plan was en die avond val ik als een blok in slaap en droom van mojito’s.

Dinsdag. Nadat ik bijna het klokje rond geslapen heb (“Ik zal het wel nodig hebben gehad”), maken we een leuke stadswandeling waarbij we een bezoekje brengen aan de grote Masjid Jamek Sultan moskee. Peter was zo slim op me erop te wijzen dat mijn eigen shawl niet zo dik is als de hoofdbedekking die we daar krijgen en dat die wellicht zou volstaan in de moskee en dat klopt. Dat scheelt al wat, al moet ik nog wel zo’n lange paarse(!) jurk aan en er wordt op gelet dat alle drukkers dicht zijn! Er staat een Moslima die me aanspreekt en vraagt of ik weet waarom deze dress-code voor vrouwen er is. Heeft ze aan mijn gezicht gezien dat ik er zo’n hekel aan heb? Ik probeer echt altijd heel vriendelijk te kijken, ondanks mijn weerstand en de hitte onder het kleed. Ik kom niet verder dan “Ja, dat moet altijd als ik een moskee bezoek.” Dan geeft ze mij een boekje over het waarom van de dress-code cadeau. “Special for you! Then you will understand.” “Are you sure?” vraag ik, “Yes, mam you speak English: you will understand…” Ik laat het erbij en dank haar vriendelijk. Ze is niet tevreden voor het boekje in de rugzak verdwijnt en ze geeft me het advies om het in het vliegtuig te lezen. Misschien omdat ik dan in hogere regionen verkeer?

Een uurtje later zijn we in de Vlindertuin en genieten van de planten, de bloemen en natuurlijk de vlinders. Als toetje worden we langs aquaria en terraria geleid met aparte kikkers, schorpioenen, beetles en slangen.

We nemen een paar uurtjes rust en om kwart voor vier gaat de telefoon: onze chauffeur is er. We gaan op excursie naar de vuurvliegjes. Bob vertelt ons dat we kunnen gaan zitten waar we willen in het 10-persoons busje: we zijn de enigen. Bob vertelt nog meer onderweg: over de moslims – hijzelf is een christen en van Indiase afkomst – over de politiek, over de huurprijzen €30,– per maand, over de gezondheidszorg, over illegalen. Gespreksstof genoeg. Onderweg stoppen we eerst voor een bezoekje aan de Hindi-tempel die ik helaas alleen van de buitenkant kan laten zien, want fotograferen is ten strengste verboden.

Als ik er probeer achter te komen waarom?, komt de man aan wie ik het vraag niet verder dan ik vanochtend: “Temple a rules, madam.” Ook doorvragen helpt niet. Even later stoppen we bij een plek waar veel apen zijn die gevoerd mogen worden. Ik vind het helemaal niks.

Er zijn 2 soorten apen: zwart/grijze en bruine. De eerste mogen we wel voeren, maar de tweede niet. Die zijn agressief! Maar ja, denk ik dan, zou jij niet agressief worden als je steeds zag dat andere apen van allerlei lekkers kregen en jij niet! Maar de bruine makaken zijn sowieso agressiever, ook als ze iets krijgen. Ik vraag me echter af hoe lang die zwart/grijze aapjes lief blijven, want ik vind ze nu af en toe ook best brutaal, al bijten ze niet. Ik ben blij dat we verder gaan. We eten aan de rivier bij zonsondergang. En dan worden we door Bob opgehaald die ons naar de boot brengt. We varen naar de vuurvliegjes. Het is fascinerend om te zien hoeveel vuurvliegjes daar zijn: honderden meters lang, langs beide kanten van de rivier. Bib vertelt even later dat ze vuurvliegjes alleen maar in de mango-bomen zitten en maar 3-5 weken oud worden.

Als we weer in Swiss Inn zijn, raken we in de lift aan de praat met een chirurg die voor de UN werkt. Hij heeft hele verhalen over waar hij allemaal geweest is (Syrië, Afghanistan) hoe hij over de samenleving denkt (te veel om allemaal op te schrijven), waar hij geboren is (Australië), waar hij woont (Parijs) met zijn vrouw (al 40 jaar getrouwd).

We nemen nog even een afzakkertje bij de reggae-bar en dan is het weer mooi geweest voor vandaag.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Een reactie op Afscheid van Melaka en start in Kuala Lumpur (KL)

Reacties zijn gesloten.