3 dagen Vang Vieng

Vrijdag, 31 januari

In de taxi, op weg naar het (Chinese) treinstation, ontmoeten we een Duits stel: beiden social workers geweest, net gepensioneerd. We hebben lol samen en zij gaan met dezelfde trein.

Als we uit de taxi stappen, worden mijn koffers eerst door de chauffeur een eind verder gerold en daarna pakt de Duitse reiziger dat klusje op en samen gaan we door de check in. Daar moeten wéér mijn koffers open én moet ik onze laatste zonnespray en mijn haarverstevigingsschuim inleveren. Daar gaat mijn schitterend kapsel dat ik elke morgen met één hand moet fatsoeneren! 😩😂

Bij het ontbijt is het nog frisjes en bij dit hotel waait er sowieso een koude wind, ook qua sfeer. De host heeft een vette glimlach op haar gezicht aangeleerd én begint en eindigt elke mededeling met “Sorry, sorry”, maar het is een keihard zakenvrouwtje. Zo omzeilde ze – via onze boeking én annulering bij Booking.com de provisiebetaling en vroeg ze mij gisterenmorgen of we naar een tweepersoonskamer boven wilde verhuizen, omdat ze drie personen in onze kamer kwijt kon! Wij hebben nota bene deze 3-persoonskamer geboekt! Ik ben zo blij dat ik “nee” gezegd heb. (Ik heb niet eens “Sorry, sorry” gezegd, laat staan geglimlacht.)

Maar goed, we zijn op weg naar Vang Vieng en als we samen met het Duitse stel zitten te wachten in de hal en onze tickets bekijken, blijken we ook in dezelfde coupé te zitten! Hoe groot is die kans bij 17 grote coupés? Wij zijn er blij mee, want onze koffers zijn supersnel in de trein en wij ook. In Vang Vieng stappen we uit, nadat we onze steun en toeverlaat nogmaals bedankt hebben en ze een fijn reis hebben toegewenst.

Op de gladde vloeren van het station lukt het me om met één hand twee koffers tegelijk naar buiten te rollen, waar enorm veel taxibussen en grote tuktuks klaar staan om mensen naar hun bestemmingen te brengen. We vinden een plek in een taxibus die ons naar DD guesthouse zal brengen, zegt de chauffeur.
Wat wij niet weten, is dat de brug waar we over moeten geblokkeerd is voor autoverkeer en we worden voor de brug afgezet met de mededeling het laatste stuk, een dikke kilometer over onverharde, haast onbegaanbare weg, te voet af te leggen. Drie armen, vier koffers en een rugzak….zie je het voor je?

We staan wel voor een hotel “The golden crab”, waar o.a. massages gegeven worden en er stopt net een brommer met een potentiële klant (duidelijk ook een toerist: jonge, stoere, uit de kluiten gewassen kerel). ik vraag hem of hij voor ons een grab of een taxi kan bellen die ons verder brengt. Hij helpt ons en een kwartier later zitten we in een taxi!

DD guesthouse lijkt uitgestorven. Er is geen receptie, de eigenaar is in Vietnam, de manager is op afstand en alleen telefonisch bereikbaar en de enige dame die aanwezig is voor opvang van gasten spreekt geen woord Engels. Er is géén restaurant (wel 200 m. verderop), er is wel ontbijt, én we krijgen de allermooiste kamer – een soort penthouse- , op de tweede etage, te bereiken via 4 steile trappen. We worden geholpen met de koffers (de opvangdame blijkt spierballen te hebben en een goede conditie) én zij maakt op ons verzoek een fried noodleschotel met een gebakken ei. So far, so good.

(Links boven is onze kamer).

(Altijd fijn 2 bedden, want het tweede gebruiken we voor de open koffers: scheelt een hoop gebuk!)


We genieten van het prachtig uitzicht rondom ons dakterras, waar twee lekkere stoelen staan.

‘s Middags gaat Peter naar de stad om een fiets te huren (oh, ja, die zijn er ook niet, terwijl wij daar onze accommodaties op selecteren) en komt even later met een niet al te beste fiets terug, maar allez: je kunt niet alles hebben…..

Wat denk je van zo’n zonsondergang bij je huis?

‘s Avonds eten we 200 m. verderop bij – wat nu blijkt – een Airb&B. Er staat een aantal huisjes op palen in hun achtertuin. Het eten is goed, de gastvrouw heel aardig. Ze blijkt ook een Nederlands jong stel naar een kliniek te hebben begeleid waar bleek dat de jongen Dengue heeft en nu met flinke koorts in bed ligt. Zijn vriendin is terecht heel bezorgd. Er is geen medicijn: hij moet het zelf overwinnen. Ze hebben wel goed contact met de medische reisafdeling van de ANWB.

Zaterdag 1 februari

Ik bivakkeer vandaag op het terras met mijn e-reader en I-pad, want de wifi is hier echt heel goed!
Daar ontdek ik wat het betekent om aan een toegangsweg naar de Lagoons te zitten en naast een buggy-verhuur-schuur annex start- en landingsbaan van luchtbrommers. Mijn pijnstillers zorgen ervoor dat ik alles in een waas ervaar: “Elk nadeel hep zun voordeel”.

Peter fietst naar Lagoon 1

Tineke kan op het dakterras gaan zitten, ik pak de fiets voor een rit naar Blue Lagoon 1.

Het is een kleine twintig jaar geleden dat ik hier voor het laatst gefietst heb. Toen: een landweg, boeren aan het werk, prachtige bergen links en rechts, rust. Alleen bij de rivier was het druk. Daar waren backpackers aan het genieten van watermogelijkheden.

Nu: een kapotgereden weg, prachtige bergen en klereherrie. Van het slechte wegdek is nu een toeristenattractie gemaakt. Met een Buggy Car  kun je lekker crossen over straat en land. Chinezen en backpackers genieten volop. Voor fietsers en wandelaars is het stofhappen.

Mijn fiets is waardeloos en schiet steeds uit zijn versnelling of trapt door.

Blue Lagoon 1 is klein. Er is wat vertier bij de rivier, voornamelijk van een boom afspringen en wat drijven. Maar het is druk en meer dan negentig procent is Chinees. Ik waan me in een ander buitenland (grapje). Ik maak gebruik van de fish spa om mijn voeten eens lekker schoon te laten knabbelen.

Ik fiets nog enkele kilometers door, vind niets bijzonders en trap rustig terug. Goed uitkijkend voor kuilen.

Zondag, 2 februari

Voor mij verloopt deze dag hetzelfde als die van gisteren, daar kan ik niet meer over vermelden.
Ik ben wel blij dat we morgen weer terug naar Thailand gaan, zeker omdat we eerst naar Mut Mee gaan in Nong Kai, waar we host Julian al kennen (we komen hier dan voor de vierde keer) en waar we een goede accommodatie hebben in een tuin. Bovendien hebben we straks in Thailand meer mogelijkheden om er met een eigen chauffeur op uit te trekken. Dat is hier in dit stuk van Laos geen optie.

Peter fietst naar Lagoon 2 – 8 km. verderop – met een iets betere fiets. Die van gisteren heeft hij omgeruild.

Na het ontbijt (omelet en oud brood, dat ik niet opeet) laat ik Tineke in ons penthouse achter. Op naar Blue Lagoon 2. Het is een prachtige weg, na drie kilometer lekker rustig en met mooie uitzichten op de velden en het gebergte. In tegenstelling tot gisteren is het bij deze lagoon heerlijk rustig.

Er zijn maar weinig mensen en die genieten van de zon en het water. Ik wandel, drink een koffie en vermaak mezelf met selfies die voor Tineke moeten weergeven hoe het hier is. Ik mis haar vandaag wel. Dit is waarvoor we naar Vang Vieng zijn gegaan.

En al mijn foto’s voelen wat leeg aan. Op de terugweg stop ik nog even bij Phou Pha Champa, een verlaten bloementuin in Balinese stijl.

En dan terug naar het guesthouse over de stoffige weg.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

2 reacties op 3 dagen Vang Vieng

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *