Harau Valley (1)
Om 9.45 uur gaan we naar beneden en zien we dat Habibi (het is ook echt een schat van een knul) al op ons zit te wachten. De auto met chauffeur die we gisteren via hem geregeld hebben staat voor. Habibi rijdt mee (1 1/2 uur heen en 1 1/2 uur terug) voor de gezelligheid, maar ook omdat we hem bij aankomst buiten de auto betalen. Hij regelt dan de betaling van de chauffeur. Habibi is 34 jaar, getrouwd en hij heeft een zoontje van 4 en een dochtertje van 2. Hij ontzenuwt het verhaal dat de pas getrouwde man bij zijn moeder blijft wonen: de meeste trekken gewoon in bij de vrouw en haar familie. Hij dus ook. Het is wel zo dat zijn ongetrouwde zus en hij als jongste zoon die in de buurt is blijven wonen de verantwoordelijkheid en verzorging van de moeder op zich nemen (als zijn vader nog zou leven, zou dat voor beiden gelden). Als ze niet meer zelfstandig kunnen wonen, gaan ze bij hem inwonen. Zijn moeder is nu 72 jaar en nog zo vitaal dat zij zelfs voor de kinderen van Habibi zorgt, want zijn vrouw is regelmatig een paar weken van huis, omdat ze 100 km. verderop werkt.
Peter regelt meteen dat Habibi ons zaterdag ook weer komt ophalen en naar Padang brengt. Onderweg gaan we dan ook nog naar een bullrace kijken in een of ander dorp.
Als we de Harau valley inrijden, komen we eerst langs een ticketoffice langs de weg: om de valley in te mogen, moet eerst 10.000 rupia worden betaald (€0,30 pp ook voor de bewoners van de valley wat best veel is voor hen. Al zijn we later niemand betalen.) Abdi homestay ligt schitterend voor een steile rotswand, pal voor een hoge waterval.
Aan de voorkant ligt het midden in het rijstveld.
We mogen een hut uitkiezen en we nemen die met het meest vrije uitzicht (een zittoilet hebben ze allemaal, al is er geen spoelsysteem maar de normale bak met water met schepteiltje om de wc schoon te spoelen). De koude douche kennen we nog van Ricky’s beach house, maar we hebben hier wel elektriciteit overdag.
We betalen hier €9,– per nacht (voor 2 personen), koffie en thee zo veel je wilt, is bij de prijs inbegrepen. Bij de lunch mogen we uit 3 gerechten kiezen: noodlesoep (lekkere!), fried noodles (ook lekker) en fried rice (nog niet geprobeerd)
en ’s avonds worden lokale gerechten gekookt voor alle gasten (ik denk een stuk of 6 totaal, maar ik heb ze nog niet allemaal gezien): eten wat de pot schaft.
(Het uitzicht vanaf de doucheruimte).
Na de lunch wandelen we door het dorpje, in de richting van een volgend dorpje. Als we daar aankomen bij een of ander evenement worden we tegengehouden. Dit is een scholenwedstrijd in islamitische religie en we mogen daar geen getuige van zijn. Door de rijstvelden wandelen we terug.
Als ik net klaar ben met Peters haren te scheren met de tondeuse, komt er een totaal onverwachte aanval van een wesp, die keihard in mijn hoofd prikt. Ik schreeuw het uit, Peter schrikt en begint ook te gillen: ze hebben hem ook te pakken! We behandelen elkaar met dettol nadat we gecontroleerd hebben dat er geen angel meer inzit en we hebben allebei nog een paar uur last van de steek. Als we een beetje bekomen zijn van de schrik gaan we eens kijken waar die onverwachte aanval vandaan kwam, en dan zien we dat er op ons balkon aan de buitenkant een wespennest in aanbouw is. Yuga, onze jonge “host” gaat aan de slag en verwijdert het bouwseltje, maar ik betwijfel of dat zal helpen. We zullen zien, morgen.
Als we ’s avonds aan tafel zitten, komt het jonge Nederlandse stel – dat inmiddels een aantal weken reist met een andere Nederlandse jongen die ze onderweg ontmoet hebben, terug van een hiketocht. Ze zien er niet bepaald gelukkig uit. Ze hebben de hele middag bij dokters en in het ziekenhuis gezeten nadat de vriend van het meisje was uitgeschoven en met zijn hand, precies tussen duim en vingers op een afgebroken tak was gevallen en daar zo’n grote snee aan overhield (het bloed spoot eruit) dat ze eerst verder naar beneden zijn geklauterd, toen naar een dokter zijn gegaan (“…daar begin in niet aan, ga maar een dorp verder naar het ziekenhuis”…) en vervolgens naar het ziekenhuis waar een flink aantal hechtingen nodig was om de hand weer in orde te krijgen. Pillen mee en over een paar dagen laten controleren.
De hand is flink opgezet en ze zijn terecht bezorgd over infectiegevaar, zeker hier. Geen wasbak op kamer, geen wc-doorspoelsysteem, het is sowieso uitkijken met de hygiëne.
We wensen ze een goede nachtrust en gaan zelf ook slapen.
Harau-valley (2)
We hebben goed geslapen, maar de wespen zijn niet weg. Ze cirkelen rond de plek waar hun werk vernield is en ik voel me totaal niet meer op mijn gebak op dit balkon.
Na het ontbijt gaan we wandelen door de vallei, tussen de rotswanden door. We schuilen even bij een “ondernemer” die voor zijn winkeltje hangt en ons daartoe uitnodigt. Er zitten/hangen nog 2 jonge knullen binnen die alleen maar geïnteresseerd zijn in hun mobieltjes en in elkaar.
Even verder komen we weer bij een waterval, die een toeristische trekpleister blijkt te zijn. Er staan wat jongelui op brommertjes voor en er worden uiteraard selfies gemaakt. Wij drinken een kopje thee bij de overbuurvrouw en haar 85-jarige moeder en wandelen nog wat verder.
Als we net omgedraaid zijn, horen we een gigantisch hard geluid. Ik omschrijf het als een geloei, met tussenstoten, zoals je dat wel eens hoort van omroepers op de kermis, of bij allerlei evenementen. We lopen iets sneller terug, want het zal toch niet zo zijn dat daar net iets te doen is en wij er niet bij zijn.
Als we dichter bij het aanhoudende geluid komen, blijkt het helemaal niet van een of ander evenement te komen, maar uit de bomen….van apen! Gigantisch hard. Wij hebben geen flauw idee wat er aan de hand is, of bij welke activiteit zij zo schreeuwen, maar alles bij elkaar duurt het wel zo’n 20 minuten en dan ineens is het klaar. We zien nog wel wat aapjes hier en daar op de weg, de rotsen en in het bos maar die lopen erbij alsof er niets gebeurd is.
Een eindje verder zien we een aantal jonge mensen op het gras lang de kant zitten, die naar boven kijken en aanmoedigingen roepen. Twee van hun vrienden zijn een poging aan het wagen om de steile rotswand te beklimmen: mooi om te zien!
Als we terugkomen bij Abdi homestay treffen we de Nederlandse jongelui weer: ze hebben goed geslapen, de hand is nog iets dikker dan gisteren maar met paracetamol en andere pijnstillers is het goed vol te houden. Ze zien het weer wat beter zitten dan gisteravond.
Na de lunch doen we wat spelletjes en maakt Peter nog even een wandelingetje de andere kant op. Ik blijf even chillen op het balkon van ons andere huisje. We zijn nl. verhuisd naar eentje waar hopelijk geen wespen zitten.
Tot nu toe gaat het goed!
Harau-valley (3)
Meestal moet ik me ergens overheen zetten als we gaan wandelen, maar vandaag heb ik er gewoon zin in.
We lopen door het dorpje en een wegje door de sawa’s dieper het dal in tot even voorbij het ticket-office. Dan slaan we rechtsaf, richting de rotswand om daarna weer met een grote bocht weer uit te komen bij onze waterval. Het is een leuke wandeling: de mensen zijn aan het wassen in het drainagekanaal, waar overigens ook hun “toilet” op uitkomt; ze zijn aan het werk op de sawa’s; ze leggen cacao en andere gewassen te drogen; busjes en brommertjes met schoolkinderen snorren voorbij. Iedereen lacht tegen ons en roept “helloh!” Vooral de kleintjes weten van geen ophouden en als we even stilstaan voor een “praatje”, weten ze al dat er naar hun naam wordt gevraagd die ze trots vertellen.
Op het punt waar we zo ongeveer hemelsbreed weer het dichts bij de waterval zijn, zien we een pad naar beneden dat naar de sawa’s leidt, maar het ziet er zo modderig uit dat we terug gaan. Aan een paar jongens die daar met een brommertje staan, probeer ik duidelijk te maken dat we naar de waterval willen en zij wijzen dat we op de goede weg zijn en dat we er over 2 uur wel zijn. Maar ja, we zijn al 1 1/2 uur aan het lopen…
Toch maar even kijken of we denken dat het gaat lukken.
Na nog een paar bochten waarmee we steeds verder van de waterval afdraaien, besluiten we terug te gaan. Een van de jongens met wie we net stonden te praten, roept ons terug: hij kan ons wel terugbrengen achterop de brommer bij hem en zijn maatje. We maken hem duidelijk dat we dat niet doen, maar vragen nog eens of we niet dwars door het dal, via de rijstvelden, kunnen lopen. “Ja, dat kan ook! We lopen wel mee!” We kijken elkaar even aan en als de jongen zegt “Lets go!” lopen we achter de twee aan en ze gaan het pad in waar wij eerder ook al waren en zijn omgedraaid.
Het wordt een spannende tocht: door de modder, over smalle glibberige paadjes langs de sawa’s waar het water behoorlijk diep is, over met bamboestokken gemaakte “bruggetjes”. Eén keer glibber ik weg het rijstveld in en kom met één been (met teenslipper) tot halverwege mijn dij in het water en de modder vast te zitten. De jongen moet mijn been eruittrekken (dat lukt me niet op eigen kracht) en mijn slipper uit de modder trekken. Verder gaat het eigenlijk wel goed; er zitten af en toe wel bloedzuigers op mijn voeten (de slippers heb ik net als zij intussen maar niet meer aan gedaan.) We hebben intussen bamboe stokken gekregen en hand in hand met onze begeleiders, die door de arbeiders op het rijstveld op afstand door de sawa’s worden geloodst, bereiken we Abdi homestay.
Als we achterop de brommertjes waren gaan zitten, waren we er in een kwartiertje geweest vermoed ik, maar dit had ik niet willen missen.
De koude douche is verkwikkend en het bordje nassi doet wonderen, maar vandaag doe ik niks meer. Uitrusten nu!
Een reactie op 3 Dagen off-line in Harau-valley