Donderdag 3 juli 2025
Ervan uitgaande dat het vanavond en morgen goed (min of meer dan zoals gepland en gehoopt) gaan verlopen, doe ik een poging de terugreis te beschrijven.
Ik verwacht dat zoals (bijna) altijd er weinig meer te vertellen zal zijn over de terugreis in Frankrijk, dan: …reis verloopt goed, wel saai, maar het gaat nu even een paar dagen om de kilometers, het restaurant op de camping is gesloten, nog wel lekker in het zonnetje kunnen zitten etc., dus besluit ik dat ik dit jaar één blog schrijf over de laatste paar reisdagen.
DAT LOOPT EVEN ANDERS!
In Olonnes St. Marie – de eerste stop in Frankrijk- is het weer superfijn. De camping kennen we en het is altijd heel relaxed om daar te staan; we weten waar de winkels zijn om de benodigd inkopen te doen én -eerlijk is eerlijk – we zijn nogal gecharmeerd van de slager, annex restauranthouder daar: La petite boucherie. Nog nooit hebben we ergens zo’n lekker stuk vlees voorgeschoteld gekregen als daar! Als je er 1 x geweest bent, ben je verkocht.
Opdat we niet vergeten….



Vrijdag rijden we naar Angouleme. We krijgen een plaats toegewezen (wat een beetje vreemd is, want er staat bijna niemand): helemaal achteraan! Het is wel een hele grote plek, ín de schaduw en die hebben we hard nodig: ik heb het al vaak geschreven hier, maar de hitte is verschroeiend. douches vlakbij!
We hadden in Olonnes een lekker lapje vlees gekocht en dat gooien we nu op de grill! We smullen weer en gaan op tijd naar bed. Morgen weer een dag.
En zó verwoordt Peter op Facebook de dagen erna. Ik neem het graag over.
Hoe we later op deze voorjaarsreis terugkijken kunnen we nu nog niet zeggen, maar voorlopig denk ik aan: heet en heftig!
****************************
Wat een dag!
Opgewekt vertrekken we zaterdagochtend tegen half tien vanuit Angouleme richting noord. Een dag om flink wat afstand te overbruggen. Na vijftien kilometer zegt Tineke ineens bij een rotonde: de koppeling blijft hangen. Ze doet nog enkele pogingen, maar na een paar honderd meter zet ze de Duuk op de stoep. De ANWB geeft niet thuis. De politie vindt het niet haar probleem. Ik benader een overbuurvrouw die, nog in ochtendkleding, haar man wil uitzwaaien. En zij helpen en niet zo’n beetje: ze benaderen een garage, een sleepdienst, we mogen binnen wat drinken, want buiten is het inmiddels boven de dertig graden, en zij wacht tot alles goed is geregeld. Wat een lieve mensen!
De garage is helaas niet in staat om nu nog te helpen. Het is een hydraulisch probleem (hebben ze opgezocht), en ze sluiten om twaalf uur, maar we kunnen dit weekend wel bij hen bivakkeren en van hun stroomnet gebruik maken. Wij zijn verbaasd over de medewerking.
Een klant bij de garage weet dat we niks om handen hebben en wijst ons op een evenement in het dorp: een zeepkistenrace. En ja, de boulangerie is hier om de hoek.
Als ik ‘s middags aanstalten maak om met Tineke naar dat evenement te fietsen breekt de fietsketting. Ook dat nog! Waar is een fietsenmaker? En het is zaterdagmiddag! Ik vraag het aan iemand die op het terrein waar wij ook staan bezig is om samen met een oudere man (het blijkt zijn vader te zijn) aan zijn camper te klussen. Ze laten al hun werk vallen en brengen mij en mijn fiets in vaders auto naar een Declathon in de buurt. Ze vinden het te warm om mij dat lopend te laten doen. Wow. Wat een hulp.
In de Declathon is een medewerker bereid om mij direct te helpen en na een klein half uur kan ik weer fietsend terug naar Tineke. Super service.
Wat een dag! Zeggen we zuchtend tegen elkaar.
Het eind van de middag gebruiken we om naar de zeepkistjes te gaan kijken.
Wat een dag! (2)
Het is zondag en dat betekent dat alles zo’n beetje dicht is. Ontbijten gaat nog bij onze camper voor de garage, waar medewerkers hun vrije dag gebruiken om wat bij te klussen. Maar langzaam wordt het weer heel erg warm.
We fietsen een stukje, naar Moulin de la Courade, een gigantisch groot antiek herenhuis. De eigenaar geeft ons een korte rondleiding door de tuin. Verrassend.
Voor de lunch eten we een salade in het dorp en we kunnen daar tot zo’n half vier blijven om ook nog wat mee te kunnen kijken naar de start van de Formule 1 (Max ligt er na bocht 3 al uit).
En dan siësta, zweten, hoofd koel houden met icepacs, en wachten tot het weer wat afkoelt. Ook de nacht is erg warm.
Wat een dag, alweer.
Wat een dag! (3j
De deceptie begint al erg vroeg op maandagmorgen. Onze Duuk gaat niet gerepareerd worden vandaag. Blijkbaar is of wordt er een onderdeel besteld. De ‘Joey’ van dienst is niet zo vriendelijk, bovendien praat hij enkel Frans. Samen met een vertaalapp probeert Tineke aan extra informatie te komen bij de secretaresse.
Morgen dus. Hopelijk. Het vertrouwen in de vriendelijke garage-eigenaar is alweer gedaald.
We regelen wat zaken bij de verzekering, ik ga naar een wasserette in het dorp en we melden het thuisfront dat we voorlopig nog niet naar huis kunnen. Tineke verzet wat afspraken.
Lunchen kan bij het winkelcentrum, gelukkig open op maandag en wat koeler en vervolgens op de fietsen in de hitte, het is inmiddels 38 graden, naar Angouleme om in te checken bij het Ibishotel. Tineke zit er helemaal doorheen. Maar kamer 105 heeft airco en douche. Eindelijk!
Aan het eind van de middag een telefoontje. De receptioniste van de garage belt. Het gaat lukken. Morgen is de Duuk klaar. Kost een paar centen…
En morgen tikt de thermometer de 40 aan. Canicule, zo noemen ze dat hier.
Wat een dag (4)
Nog voor de hitte loskomt fietsen we terug richting garage. Het winkelcentrum is voor ons, zonder woon- en verblijfplaats, het meest ideaal om te wachten. We krijgen gezelschap van lotgenoten die met hun hebben en houden ook de koelte opzoeken. Zij bivakkeren hier misschien wel dagelijks.
Het eerste telefoontje naar de ‘Joey’ van de garage is meteen al teleurstellend. Deze ochtend zeker niet, en vanavond misschien ook niet, is de camper klaar. Het bestelde onderdeel was niet het juiste.
Na het tweede telefoontje naar ‘Joey’ fietsen we terug naar de garage. Nog niets is zeker maar… we wachten vanaf vier uur op een bankje in de schaduw. Zo tegen sluitingstijd, zes uur hier, blijkt dat onze Duuk eindelijk klaar is. Gelukkig. Maar te laat om nog een flinke rit te maken. Het klinkt gek, maar we zijn moe van het nietsdoen de hele dag. Terug dus naar de camping van afgelopen zaterdagmorgen en dan morgenvroeg opnieuw en beter.
Wat een dag (5)
Opgewekt vertrekken we woensdagmorgen richting het noorden. Na veertig kilometer stopt Tineke op de parkeerplaats van een Lidl, we hebben immers weer drinkwater nodig. Veel drinkwater. Ik doe de boodschappen, stap in en …. “Hij start niet”.
Even lijkt bij mij de wanhoop toe te slaan. Komen we dan nooit weg uit deze regio en wat is er in godsnaam met onze Duuk aan de hand?
Bellen.
Garage 1: nee geen tijd, kom volgende week nog meer eens terug.
Garage 2: wij komen kijken.
De garagemannen krijgen onze camperbus wel aan de praat, maar, zeggen ze, we moeten verder onderzoek doen in de garage. Dit is niet goed.
Deze garage ligt gelukkig op zo’n 500 meter van de Lidl en meteen gaan de monteurs aan de slag. Als ik de uitgewerkte nota laat zien van de reparatie n Couronne helpt dat. Blijkbaar is een en ander niet goed afgerond daar. Een rekening volgt en tien minuten later zijn we weer ‘en route’.
Tja, en daarna is het gelukkig een hele saaie dag.
Peter Berkers





